- 18 -
Er is veel gesproken over de positiebepaling Rijsbergen. Ook door
Dorpsbelangen tijdens de verkiezingscampagne. Als fractie hebben wij daar
behoorlijk vastomlijnde, gegevens over. In de commissie B.A. heb ik ook
geschetst de moeite die wij er mee hebben met het feit dat wij buro's.in
moeten schakelen om Onze positie naar boven te verhevelen. Het is een
kringloopwerking in Den Bosch en het zijn standaard rapportages. Na veel
diskussies in cie B.A. heeft Dorpsbelangen toch goedkeuring gegeven, maar
voor Dorpbelangen is het wel het allerlaatste rapport dat we in die richting
doen. In het dorpsplan zelf hebben we al voldoende gegevens t.a.v.
bouwlokaties etc. Ook t.a.v. de groei van Rijsbergen hebben we onze mening
al duidelijk gegeven. Als die diskussie nogmaals loskomt dan zullen we er
weer nader op ingaan met dit bedrag voor de allerlaatste keer aan
projektontwikkelaars
Dhrv.dRijzen:
Het is een zeer goede zaak. De keerzijde van de medaille
genoeg telkens weer geld kost. Ik vraag me af waarom het
gebied heel wat meer ervaring heeft dan het andere buro,
niet kan aanvaarden en het andere buro wel.
De voorzitter:
Beantwoordt de vragen die door de raadsleden zijn gesteld.Het O.D.R.P.
onderzoek zal zijdelings bij e.e.a. worden betrokken. Daar waar het gaat om
een kwalitatieve beoordeling van de eigen mogelijkheden en de
onmogelij kheden
Antwoord voor MevrvdBemd
Hier kom ik nog op terug. Ik betrek daar ook bij de opmerkingen van
Dhr.v.d.Sande en van Dhr.v.d.Rijzen.
U weet inmiddels dat de situatie zo is dat we weliswaar voor onszelf in
1988 een balans hebben opgemaakt aan de hand van een aantal zaken op grond
waarvan we een toekomstverwachting hebben neergeschreven. Die heeft de raad
ook unaniem aanvaard. Vervolgens is een overleg gestart met het college van
Gedeputeerde Staten omdat zij in eerste instantie degenen zijn die over dat
stuk een oordeel moeten vormen, zodat wij als gemeente Rijsbergen een
'gesprekspartner hebben die ons terzijde staat in het vervolgtrajekt naar
Binnenlandse Zaken. Dat trajekt naar B.Z. is eenvoudiger dan het trajekt
waarin we nu zitten. Ook al zijn we er zelf van overtuigd dat we kunnen
opschrijven hoe het er in de nabije periode met ons voorstaat. Hier wordt
men toch gekonfronteerd met het gegeven gelijk hebben en gelijk krijgen.
We moeten gewoon het gelijk krijgen op die nota van 1988 van Gedeputeerde
Statqn. Zo werkt het nu eenmaal. Men vraagt dan om een nadere onderbouwing.
In het trajekt van die nadere onderbouwing is veel tijd gestoken en dan kom
ik bij de opmerking van Dhr.v.d.Rijzen. Wij hebben ons in eerste instantie
gewend tot het Etin (daarvan heb ik ook in de commissie B.A. melding
gemaakt) omdat wij dachten dat zij de eerst aangewezenen waren die ons op
dat terrein zouden kunnen ondersteunen. Er is veel tijd in gestoken om met
elkaar tot de afstemming te...komen. Uiteindelijk hebben zij een offerte
gepresenteerd, die erg twijfelachtig was. Op de eerste plaats wat het kosten
aspekt betrof. Het was een open eindofferte en vervolgens was datgene wat
men in de offerte aanbood erg vaag. Het kon ook niet duidelijker onderbouwd
worden. Daarvan hebben we dus afgezien. Het sloot ook niet aan bij datgene
wat wij als onderbouwing wensten. En niet zozeer op de uitkomst maar wel of
wij zouden kunnen volgen als opdrachtgever, de methodiek die men daarbij zou
hanteren. Wij zijn vervolgens terechtgekomen bij het buro Ruimtelijke
Ordening die zich in de loop der jaren heeft ontwikkeld tot meer dan
Ruimtelijke Ordening. Het is ook wat dat betreft qua naam veranderd. We
duiden het nog aan als B.R.O. maar het is B.R.O.-adviseurs geworden en het
is dat het jammer
ETIN, dat op dit
deze rapportage