- 2 - Hierna worden de ingekomen stukken voor kennisgeving aangenomen met uitzondering van de brief van omwonenden van het bedrijventerrein. Die brief wordt verwezen voor advies naar de commissie ordening. 3. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE VIERDE WIJZIGING VAN DE ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING. (BIJLAGE 26) Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders 4. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE VERORDENING BETREFFENDE EEN EXPERIMENTELE REGELING OVER AANSPRAAK OP OUDERSCHAPSVERLOF. (BIJLAGE 27) Mevr. Van den Bemd zegt dat het vreemd bij haar fractie is overgekomen dat in dit stadium dit onderwerp op de agenda staat. Wij hebben afspraken gemaakt met elkaar dat dit onderwerp terug naar de financiële commissie gedelegeerd zou worden. Daar zijn ook weer afspraken gemaakt m.b.t. nader overleg met V.N.G. en commissie voor Arbeidszaken, vervolgens zou het dan terug komen in de financiële vergadering. Dan is het op z'n minst gezegd een beetje vreemd dat het nu op de raadsagenda geplaatst staat, temeer daar ook in de pers melding gemaakt wordt m.b.t. dit onderwerp over wat de staatssecretaris daarmee voor ogen heeft. Zij zou minimaal wat meer duidelijkheid willen hebben of er overleg is gevoerd met het V.N.G. Zo ja, wat is daar uitgekomen, en zo neen, dan zou zij daar ook graag de reden van willen weten. Dhr. Van de Sande vraagt om de financiële vertaling van de kosten. De voorzitter zegt op het gestelde van mevrouw van den Bemd dat zij het vreemd vindt dat dit punt vanavond op de agenda staat, dat hij dat op z'n minst te betwijfelen acht. Afgelopen maandag is in de commissie financiën al de aankondiging gedaan waarom dat het nu op de agenda staat. En dat is vanwege het feit dat in de vorige vergadering het stuk is aangehouden voor nader advies. De reden dat het er nu op staat is de volgende: het betreft hier een experimentele regeling met een looptijd die eindigt op 31 december van dit jaar. Ook vanuit de zijde van de bonden is in het georganiseerd overleg, hier op aangedrongen, tot vaststelling van deze regeling. Als dat niet zou gebeuren, zou men het voorbehoud maken om met betrekking tot de besteedbare loonruimte, alternatieven in te vullen, en dat zou betekenen dat wanneer onverhoopt niet tot vaststelling van deze verordening in Rijsbergen wordt gekomen, dat wij nog dit jaar in onderhandeling moeten treden met de bonden om een alternatieve besteding te vinden. Dat, gelet op de tijd die daarmee gemoeid is, We dan inmiddels zover in het jaar zijn gekomen dat we dan niet ver van 31 december afzitten voordat we dat in de raad kunnen afronden. Dat, mede gelet op de nadere informatie die bij de V.N.G. is opgevraagd, het nog niet td voorzien is dat er continuering zal zijn van deze experimentele regeling omdat in dezelfde circulaire die ook al eerder bij de stukken ter inzage heeft gelegen, is aangegeven dat na 1 jaar werken met deze regeling, er een evaluatie zou worden opgemaakt en dat zal plaats vinden in de commissie arbeidszaken van de V.N.G. Dat mede gelet op het proces wat wij hier in huis op gang hebben gebracht, ware het verstandig om enerzijds gelet op de experimentele regeling tot/met 31 december van het jaar, de zaak laten voor wat hij is en de regeling gewoon ook in te voeren.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1990 | | pagina 33