- 15 - Op langere termijn zal men daar zeker spijt van krijgen, want zoals Dhr. Utens ook al zei, wordt men bijna iedere week verrast met nieuwe technieken t.a.v. het milieu. Hij gaat nu punt voor punt in op de vragen uit de motie. a. Er wordt gezegd het college op te dragen op korte termijn de diverse inzamelingsvarianten m.b.t. klein chemisch afval van huishoudens op financieel/technische haalbaarheid te onderzoeken. Hier komt hij later nog op terug. c. Het voorstel aan de raad te agenderen op een dusdanig tijdstip dat de raad voldoende tijd krijgt zich op uiterst zorgvuldige wijze uit te spreken over de effektuering van inzameling klein chemisch afval van huishoudens per 1991. Dat moet ook wel want dan pas komt punt b. aan de orde: b. Zo spoedig mogelijk, doch in elk geval ruimschoots voor het gereedkomen van de gemeentebegroting 1991 van de gemeente Rijsbergen, met de uitslag van dit onderzoek alsmede met een voorstel naar de commissies financiën en ruimtelijke ordening te komen. Het college zegt toe dat zij in de vergaderingen van de commissies, die eind mei/begin juni zullen worden gehouden, met een afgerond voorstel zullen ko men over de uitvoering van het milieubeleid niet alleen voor 1991 maar ook voor de komende jaren. Miljeu-overleg-orgaan suggestie van Dhr. Utens. Als portefeuillehouder milieu heeft hij de afgelopen 4 jaar met verschil lende belangengroepen rond de tafel gezeten om over milieuzaken te praten. M.n. ging het over de agrarische sektor waar nog al eens met een beschuldi gende vinger naar wordt gewezen. Tweemaal per jaar heeft hij een overleg met de standorganisatie van de N.C.B. die zelf met nuttige tips komt naar het college en waar het college ook rekening mee moet houden. Men moet het meer in die zin bekijken. Het moet niet zo zijn dat men per se vastzit aan een vaste club die maandelijks of jaarlijks bijeenkomt. Hij vindt het een beetje griezelig om een overleggroep in het leven te roepen waarbij allerlei instanties betrokken zijn en waarmee men dan ook een beleid moet gaan maken. Alleen de raad is de uiteindelijke verantwoordelijke daarvoor. Er zijn verschillende belangengroepen binnen een gemeente als Rijsbergen. Een soort overleg-orgaan kan wel maar hij zou dit toch graag eerst bestuderen en voorleggen aan het college om te bekijken in welke vorm dit gegoten gaat worden. Er is reeds overleg tussen verschillende belangengroepen die gewoon spontaan vanzelf komen maar ook op uitnodiging. De z.g. B.M.F. heeft zich ook al eens een paar keer gepresenteerd. Ook daar moet men rekening mee houden. Dhr-Utens interrumpeert. Hij bedoelt dat er een zo breed mogelijk draag vlak moet komen. Niet alleen vanuit organisaties maar ook vanuit de bevol king zouden ideeën kunnen komen. Kortom als er een zo breed mogelijk draag vlak is heeft het milieubeleid de meeste kans van slagen. Er moet op een ge geven moment toch een keuze gemaakt worden tussen wat gedaan moet worden en wat financieel mogelijk is. Er kan natuurlijk een perfekt milieubeleid ge voerd gaan worden maar als dat neer zou komen op een milieu-inning van fV 1.000,of f. 1.500,per jaar dan is dat natuurlijk nooit te verkopen aan de bevolking. Het zal toch neerkomen op het stellen van prioriteiten, het maken van keuzes en de daaraan verbonden financiële konsekwenties Dhr. Jochems Wat Dhr. Utens stelt wordt ook min of meer verwoord in de motie. Op een gegeven moment moet er gekozen worden. Daarvoor is een breed overlegorgaan nodig, maar het gaat het college toch te ver om dat nu konkreet in te vul len. Het wordt wel meegenomen in de besluitvorming. Als portefeuillehouder

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1990 | | pagina 27