- 13 - Gaarne wens ik ieder in dit huis het beste toe en dat Rijsbergen door de wijze besluiten van de raad moge uitgroeien tot een levensvatbare gemeente. Wanneer ik zou moeten ingaan op de toespraak van de burgemeester, dan zou ik natuurlijk kunnen zeggen, dat is waar of dat is niet waar. De heer van de Rijzen heeft ook al betoogd dat het goede van iemand die weggaat of van iemand die dood is wordt geroemd. Het is wel zo dat als je goed doet je terug kunt denken aan een periode waarin een goede samenwerking altijd voorop heeft gestaan. Inderdaad is het zo geweest dat mijn politieke achtergrond natuurlijk voor collegeleden en raadsleden heel makkelijk was om daarmee overeen te komen. Voor de bestuurlijke sector had ik toch meer feeling, dan voor de ambtelijke sector. Ik ben niet de man die kijkt naar de punten en de komma's, ik kijk naar de hoofdlijnen. Ik heb altijd aan de ambtenaren het overlegmodel voorgehouden. Zij moeten zelf inspraak geven, ook de hoofden van de afdelingen, om zodoende te komen tot een samenwerking en de uitvoering van de voorstellen die door de raad en B&W zijn genomen. Ik ben in 1955 in Nieuw Ginneken gekomen, daar hadden ze een prachtig telmachine. Ik weet niet of het nog ergens in het archief staat. Er waren toen typemachines die nu nog heel sporadisch in het museum te vinden zijn. Tegenwoordig moet iedere ambtenaar zitten op dezelfde werkplek en dezelfde mogelijkheden hebben. Dan kun je inderdaad zeggen, er wordt op het ogenblik veel meer dan vroeger geinvensteerd in de ambtenaar, en dat moet ook. De investering die nu gedaan wordt in ambtenaren is voor de toekomst. Er komt ook een nieuw slag ambtenaren naar voren, de ambtenaar de technokraat, niet meer de echte ambtenaar die G.A. 1 of B.A. gestudeerd heeft. Nee de ambtenaar die een specifiek onderdeeltje pakt en ook dat specifieke onderdeeltje wil doen. Wij zien het nu al in de jonge ambtenaren die alles eigen zijn in de moderne technologie. Ik hoop ook dat Rijsbergen steeds meer de kant op zal gaan om met bestuur en ambtelijk korps juist via die moderne technologie te komen tot waar het nodig is voor een bestaanszekerheid van Rijsbergen. Over het reglement van de secretarissenkring moet ik dhr. Nuijten vertellen dat in de vergadering van de secretarissenkring te Teteringen de collega van Rucphen niet zo erg in was voor deze post. Er is toen voorgesteld de heer van de Berg te benoemen. Nu zie ik al dat Nieuw Ginneken tijdelijk waarneemt, dus ik heb het idee dat die het zal waarnemen tot het einde van de zittingsperiode. Het is een mooie tijd geweest de secretarissenkring. De secretarissen konden het allemaal even goed met elkaar vinden. Het nuttige werd met het aangename verenigd. Toen ik voor het eerst de secretarissenkring binnenkwam was het toch huiveringwekkend, want wie kwam je daar tegen, een de heer de Kroon, je vroegere docent aan de opleiding gemeenteadministratie. In die tijd keek je tegen zulke mensen op, dat was iets bijzonders, en ik geloof dat dat nou juist belangrijk is geweest. Tegenwoordig als de secretaris binnenkomt dan kijkt men niet. Toen wij vroeger bij de secretaris moesten komen stonden we te trillen. Tegenwoordig trilt men niet meer, men smijt de deur voor de secretaris dicht, en men loopt voor de secretaris uit en men gooit de deur voor zijn neus ook nog dicht. Dat is tegenwoordig de nieuwste methode.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1990 | | pagina 149