Dhr. Verschueren zegt dat hij in de commissie financiën gevraagd heeft om een uitsplitsing te maken, aangaande het gedeelte dat uit het fonds riolering komt en het gedeelte dat uit de fonds wegen komt. Hij mist bij dit voorstel de toen toegezegde bescheiden. Dhr. Jochems zegt dat inderdaad die vraag door dhr. Verschueren in de commissie financiën is gesteld. Hij neemt aan dat die dan ook door de voorzitter van die commissie beantwoord zal worden. Hij is het in principe eens met -de opmerking van dhr. Van de Rijzen over de totale reconstructie van de Lagestraat. Men heeft daar in de commissie ordening ook over gesproken, omdat nu de advisering van het dorpsplan bij U bekend is, dat dit in de toekomst ook concretere vormen aan kan gaan nemen, maar op dit moment niet. De reconstructie van het rioolstelsel kan eigenlijk niet langer meer wachten. Men zou eigenlijk dit najaar nog beginnen maar dat is uitgesteld tot het voorjaar 1990. Het zal misschien best zo zijn dat er in de toekomst een nieuwe reconstructie komt van de weg van de Lagestraat. Daar kan men nooit op vooruitlopen. Men zal op dit moment toch de werkzaamheden moeten doen die plaats moeten vinden. Voor dat dilemma staat men. Die technische details zijn inderdaad niet verwerkt in het raadsvoorstel. Hij wil deze details best ter overweging meenemen in het college. Wat betreft de kwaliteit van het werk zal het niet veel uitmaken. Over de opmerking van de heer Godrie over de nazorg zegt hij dat dat te vroeg zou zijn. De aanvangstdatum is nog niet bekend. De bevolking is al in een heel vroeg stadium ingelicht. De bevolking heeft daar voldoende op kunnen inspringen. Dat heeft de bevolking ook gedaan. Die opmerkingen heeft men verwerkt in het totale plan. De begeleiding zal op dezelfde manier gebeuren zoals dat in de Risten is gebeurd. Men kan er verzekerd van zijn dat deze mensen voldoende en op tijd ingelicht worden over de eventuele nazorg. Dat zal allemaal in een heel vroeg stadium gebeuren, dus voordat men aan de werkzaamheden begint. Op dit moment zijn de bewoners daar nog niet van op de hoogte. De voorzitter zegt dat dhr. Verschueren gelijk heeft. Hij ziet dat dit echter in het verslag niet is opgenomen. Het verslag moet overigens nog vastgesteld worden. Hij denkt dat dat er de oorzaak van is geweest dat e.e.a. niet is doorgewerkt in het voorstel. Het verandert aan de dekking als zodanig niets maar hij denkt toch dat het een goede zaak is dat men a.s. maandag in de commissie financiën, waar men toch dit verslag moet vaststellen, ook even de informatie kan geven hoe een bedrag verdeeld is óver de beide onderhoudvervangende fondsen. Dhr. Van de Rijzen stelt dat het niet zozeer gaat om de technische details als wel om de werkwijze. In die commissies, dat geldt trouwens ook voor de commissie financiën, worden soms vanuit de leden opmerkingen gemaakt, er worden zaken toegevoegd,, die positief zijn en die ziet men dan later niet terug in het raadsvoorstel. Dat is jammer want hij dacht dat de commissie daar juist voor was. Het is een vakcommissie en iedereen kan daar zijn inbreng doen mits die positief is en bijdraagt tot een beter raadsvoorstel. De raad gaat akkoord met het voorstel van burgemeester en wethouders.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1989 | | pagina 91