- 66 - De voorzitter spreekt af, aangezien de onderliggende stukken hier niet paraat liggen, dit onderwerp verder maandag a.s. in de commissie financiën onder de loupe te 'nemen en de afdeling vragen om de zaak uit te splitsen op de verschillende onderdelen, waardoor het zichtbaar wordt hoe die verhoging is opgebouwd. Een antwoord op de vraag van Mevr.v.d.Bemd en de opmerking van Dhr. Vogels over de positie van de portefeuillehouders. Hij spreekt dan over de politieke portefeuillehouders. Hij koppelt de vraag van Mevr.v.d.Bemd aan de opmerking van de Dhr.Vogels. Hij kiest de ingang zoals Dhr. Vogels heeft gekozen in zijn betoog, waar hij de zaak opbouwt van wat is nou in feite de positie van het raadslid en wat is vervolgens de positie van de wethouder in het college. Het college heeft in de antwoorden proberen te verwoorden een stuk zorg. Naarmate men er in slaagt de bestuurswijze te perfektioneren zal het tijdsbeslag aanzienlijk toenemen, niet alleen in vergaderen maar ook in voorbereiding en raadpleging van een groot aantal zaken. Kijkende naar de gekozen portefeuillehouder waar MevrvdBemd vervolgens op doelt, gekoppeld aan datgene wat de Gemeentewet voorschrijft, kan het niet anders zijn dan dat de politieke portefeuilles duidelijk bij de gekozen volksvertegen woordiger zitten. Vervolgens maakt zij een overstap, en hij begrijpt best wat zij probeert aan te geven, door te zeggen luister eens zo wordt het wel een beetje oneven wichtig. Natuurlijk dat is vervolgens de feitelijke situatie. Maar dan komt er een heel ander verhaal om de hoek kijken. Wanneer een derde ingeschakeld wordt in de politieke portefeuille, zal al op voorhand duidelijk vast moeten liagen in een convenant wat binnen die portefeuille ontwikkeld kan worden, want het kan niet zo zijn dat dat vervolgens een eenmansfraktie op zich is, die niet gebonden is aan politieke verantwoordelijkheid-terugkoppeling naar de kiezers toe. Dat heeft hij proberen duidelijk te maken. Momenteel staat men toch nog aan het begin van de voorbereidingen. Het is van belang dat iedereen zich goed realiseert wat dat betekent. Nogmaals, het raadswerk, ook in Rijsbergen, is aanzienlijk verzwaard, zeker niet minder plezierig geworden maar het vraagt gewoon enorm veel tijd en ook kwaliteit. Hij denkt dat men zich daar als politieke partij terdege rekenschap van moet geven. Het zal er in ieder geval toe moeten leiden dat het op de verschillende bestuurslagen tot een bestuurlijke samenwerking komt die kan beantwoorden aan datgene wat men gezamenlijk als doelstelling omschrijft. Als men zich daarin kan vinden dan denkt hij dat de praktische problemen best oplosbaar zullen zijn. Het is wel zaak dat onderscheid goed te onderkennen. Hij is van mening dat het best de moeite waard is, maar daar zou ook in de commissie Bestuurlijke Aangelegenheden over gesproken moeten worden dat zo kort mogelijk na de verkiezingen de eventuele nieuwe raadsleden van te voren al worden opgevangen en wegwijs worden gemaakt in een aantal zaken binnenshuis alvorens zij met hun feitelijke werk aanvangen. Het hoeft niet te wachten tot ze beëdigd zijn. Hij zou daar graag met de leden van de raad van gedachten over wisselen. Dhr.v.d.Bemd. Kinderdagopvang Dhr. Utens sprak er zijn verbazing over uit dat het college het projekt dagopvang kinderen zo intensief volgt. De kinderdagopvang is een. aktueel onderwerp. Deze hebben,in tegenstelling tot de peuterspeelzalen, rijks erkenning gekregen en voor 4 jaar is daar een subsidie voor vastgesteld. Als wethouder gaat hij met de ambtenaar Welzijn op 2 november naar een studiedag in Den Bosch omtrent dit aktuele onderwerp. Dhr. Utens heeft het over de kontakten die men heeft met de Stichting Mark en Weerijs. Inderdaad in dat periodiek overleg is de zaak ook ter sprake gebracht. Zowel op ambtelijk als op wethoudersniveau zullen wij deze

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1989 | | pagina 81