- 56 -
Alleen men moet in de omstandigheid verkeren om die dingen ook te kunnen
doen. Rijsbergen verkeert gewoon niet in die omstandigheid. Dit is de
realiteit. Maar dat wil niet zeggen "en nu drukt hij zich voorzichtig uit,
dat men geen pogingen doet om die mogelijkheid wel binnen te halen,, laat
staan dat men niet probeert die zaak te gaan exploiteren, want dat is in ons
aller belang.
Dhr. Vogels ziet nog een probleem opdoemen.
Binnenkort gaat er gesproken worden over het organisatie-onderzoek.
Hij vermoedt dat m.n. de aanbevelingen die daar uit zullen komen toch ook
voor een groot deel bepaald zullen worden door wat men bestuurlijk wil.
Dit betekent dat, als de discussie over het door u uitgebrachte stuk te ver
vooruit wordt gevoerd, men straks met een uitkomst zit van een
organisatie-onderzoek dat weer niet strookt met een bestuurlijke inbreng.
De voorzitter denkt dat het probleem ondervangen wordt omdat de werkwijze
zo is dat bij het onderzoek de wensen van de verschillende bestuurlijke
geledingen die er bij betrokken zijn aan bod zullen komen.
Dat is nl. maatgevend om straks te kunnen bepalen wat voor organisatie-vorm
er uit moet komen.
Dhr. Vogels veronderstelt dat al vrij snel, hij meent 15 december, de
uitslag van het onderzoek klaar moet zijn. Als half december het eerste
rapport klaar is en er is onvoldoende gesproken over hetgeen hier naar voren
is gebracht, m.n. over die bestuurswijze dan vraagt men eigenlijk al naar
een vervolgonderzoek, of niet
De voorzitter denkt dat dit wel meevalt. Het stuk staat geagendeerd voor
a.s. maandag in de commissie Financiën en voor de vergadering Bestuurlijke
Aangelegenheden. Tijdens die vergaderingen kan wel aangegeven worden wat er
precies staat te gebeuren en welke stappen ondernomen moeten worden. Men
moet uitkijken dat men zich niet gaat vertillen aan een enorm ingewikkeld
organisatie-onderzoejc. Een externe aanpak zoals nu wordt voorgestaan was
niet nodig geweest volgens het college. Op een gegeven moment moet men zich
gewoon bij de feiten neerleggen. Als er geen voldoende draagvlak is binnen
de organisatie en men staat toch voor dat er snel wat gebeurt en verandert
om de zaak goed te laten funktionerendan zal men inderdaad éen keer de
omweg moeten maken. Hij stelt voor om de inhoudelijke discussie verder
maandag in de commissie te voeren.
Dhrv.d. Bemd zal trachten in eerste instantie toch een aantal zaken
bijeen re vergaren en kollektief de vragen te beantwoorden die tot zijn
portefeuille behoren.
Subsidienota
Een reaktie op de opmerkingen die gemaakt zijn op de subsidienota, de
welzijnsnota. Hij betreurt het dat destijds na veel aandrang vanuit de
commissie en met name vanuit de begrotingsbeschouwingen een jaar geleden er
op werd aangedrongen dat er in het jaar 1989 die welzijnsnota of een nieuwe
subsidieverordening moest komen. Ondanks de hoge werkdruk voor de
ambtenaren is toch in de loop van 1989 in de commissievergadering een
eventuele nieuwe nota onderwerp van gesprek geweest. Er zijn wat
kanttekeningen bij geplaatst maar het college vond het toen niet nodig,
gezien de adviezen vanuit de commissie, om daar verder op in te gaan.
Gezien de drang en de vragen die nu duidelijk naar voren komen zal in de
eerstvolgende commissievergadering Welzijn in november, de welzijnsnota in
ieder geval weer op de agenda staan.
Het college had graag gewild dat deze zaak al verwezenlijkt zou zijn.