- 55 - Dhr. Vogels vindt het dan toch beter als het college eerst de commissie financiën had geïnformeerd over de pogingen die zij had ondernomen om het e.e.a. te bekijken en de uitslagen daarvan, zodat men deze zaak in de overwegingen had kunnen meenemen, of zodat men alsnog bereid zou zijn om onder de voorwaarden zoals die geformuleerd waren in de laatste commissievergadering financiën, de zaak te aanvaarden. Hij vindt dat het college voorbarig heeft gehandeld en ook tegen de afspraak. De voorzitter antwoordt hierop dat de commissie financiën duidelijk en helder hun standpunt verwoord heeft en dat heeft het college goed op zich in laten werken. Aan de hand van de opmerkingen die vanavond in de raad zijn gesteld deelt hij gewoon mede hoe de stand van zaken is. Hij is bereid om in de eerstvolgende commissie financiën e.e.a. nog verder te bespreken. Dhr. Utens interrumpeert en zegt dat voorzitter voorbijgaat aan de afspraken die gemaakt zijn m.n.in de commissie financiën. Ook van de zijde van de voorzitter zijn er toezeggingen gedaan. De voorzitter zegt dat hij duidelijk gemaakt heeft in de commissie financiën dat de kans op slagen, dus om op een hoger bedrag uit te komen, er niet in zat. Kennelijk is het niet gelukt Dhr. Utens daarvan te overtuigen. Inmiddels is er nader kontakt geweest met PNEM en ENWA waarin duidelijk is geworden dat het er inderdaad ook niet in zit. En dan moet men tot een konklusie komen en die is inmiddels aan de raad medegedeeld. Dhrvd.Rijzen zegt dat duidelijk is afgesproken dat de onderhandelingen heropend zouden worden. De voorzitter had er weliswaar weinig vertrouwen in maar er zou opnieuw onderhandeld worden en dan zou er naderhand op teruggekomen worden. Als de voorzitter dan nu zegt- dat de zaak helemaal stil ligt dan is dat niet conform de gemaakte afspraken. De voorzitter denkt dat hij en Dhr.v.d.Rijzen van mening verschillen over hoe men onderhandelingen voert. Voordat men onderhandeling voert bekijkt men eerst of nieuwe heropening tot onderhandeling tot resultaten leidt. Dhr. Vogels voegt hier nog aan toe dat het college de zaak zou onderzoeken, daarna zouden de resultaten aan de raad worden medegedeeld en d,an zou men alsnog de zaak kunnen bespreken in de commissie financiën. Hij dacht dat het destijds zo geformuleerd was. De voorzitter zegt toe deze zaak maandag nog een keer te bespreken. Nog een opmerking. Dhr.v.d.Sande heeft er nog uitvoerig bij stilgestaan. Hij haalt daar aan prachtige kreten als B.B.I. en al die dingen die daar zo fraai bij horen. Hij meent dat hij duidelijk heeft gemaakt dat de fase waarin men op dit moment verkeert met onze organisatie het absoluut onmogelijk maakt om daar op dit moment ook maar enige aanzet toe te geven. Het blijft overigens een vurige wens om die zaken ook te kunnen aanpakken maar het heeft geen zin de verwachting op te roepen dat de afdeling daar op dit moment toe in staat is en hij hoopt daar in de loop van volgend jaar in ieder geval zicht op te krijgen, zodat het wel zal gaan lukken. Dhr.v.d.Sande vraagt of dit mee genomen zal worden in de nieuwe organisatie. De voorzitter zegt hierop dat er een aantal ontwikkelingen in het land gaande zijn op diverse terreinen van het gemeentelijk beleid. Waarom zou men er geen gebruik van maken om de goede zaken over te nemen.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1989 | | pagina 70