- 47 - standpunt bepaald heeft, geïnformeerd wordt met betrekking tot het afstoten van de gebouwen, tot hergebruik of tot het kopen van een andere bestemming. Omtrent de Peuterspeelzaal is ook al het nodige gezegd in de diverse commissies. Alle fracties zijn er op ingegaan. Zij dringt er op aan, wanneer het gesprek plaatsvindt, om dan a.u.b. mee te nemen het feit dat erkenning vragen bij het rijk erg belangrijk is.'Men kan als kleine gemeente niet erg veel meer doen. Er komt weliswaar m.b.t. de dagopvang iets, maar dat' is wel iets anders dan een peuterspeelzaal. Men krijgt dan een totaal andere werkwijze dat het nog maar de vraag is of het ooit uitgevoerd zal kunnen worden. Zij denkt dat het erg belangrijk is om bij het nieuwe ministerie de zaak nog eens aan te kaarten met betrekking tot erkenning van peuterspeelzalen. Er is geschreven in de meerjarenvisie een stuk over het vormingswerk voor volwassenen. Werknemersbelangen staat hier uitaard niet afwijzend tegenover. De subsidieverordening zal aangepast moeten worden. Op het gebied van muziekonderwijs, vorming en ontwikkeling voor volwassenen, peuterspeelzaal denkt zij dat de subsidieverordening bijgesteld moet worden. In de meerjarenvisie staat iets wat zij niet helemaal kan rijmen met het raadsvoorstel zoals dat straks aan de orde komt. Het raadsvoorstel zegt dat het niet rechtstreeks van toepassing is op Rijsbergse inwoners. Als dat niet zo is dan hoeft het ook niet gesubsidieerd te worden. Van de andere kant denkt zij dat wanneer een instelling of een vereniging ergens mee wil beginnen en men weet bij voorbaat dat het niet gesubsidieerd wordt, dat men dan niet kan beginnen zonder de geldelijke middelen. Zij wil alleen maar even zeggen dat het vaak bij dat soort instellingen, bij dat soort vorming en ontwikkeling toch gaat om mensen die in een achterstandpositie verkeren. Zij twijfelt eraan of de nieuwe methode van behandeling van de Algemene Beschouwingen wel duidelijk bij het publiek is overgekomen. Mocht het niet zo zijn, dan denkt zij dat het goed is om nogmaals te beraden of men deze methode blijft volgen of dat men volgend jaar weer op de oude toer verder gaat. Zij denkt dat men er met z'n allen nog eens goed over moet praten. Hierna volgt een schorsing van de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering. Er is door alle fracties uitvoerig stilgestaan bij de aanpak van de huidige bestuurswijze, zoals men die sedert 1986 kent. Het college kan geen zinnig woord zeggen over de wijze waarop deze antwoorden op wat voor wijze ook in de publiciteit zijn gekomen. Als men bewust het raadsbesluit van januari 1986 heeft opgenomen, dan zit daar een bedoeling bij om ingaande de door de raad opgemaakte opmerkingen in eerste termijn, nog eens duidelijk aan te geven van wanneer men praat over de nieuwe bestuurswijze wat men daarmee voor gehad heeft. Het college konstateert in de dagelijkse praktijk dat men niet altijd handelt zoals men het zich destijds had voorgenomen.De laatste tijd merkt men ook steeds meer in de discussies hier dat er hele eigenaardige interpretaties gegeven worden aan hoe het feitelijk werkt en hoe het zou moeten werken. Dat heeft dan o.a. betrekking op de indruk die men heeft alsof het college nog te veel bij de voorbereiding van zaken die in de commissies aan de orde zijn, zijn stempel drukt. Hij wil met alle nadruk zeggen dat misschien die schijn er wel is maar dat men toch nog wel wat moeite heeft dat het zo nadrukkelijk gesteld wordt, want dat is nl. niet het geval. Hij verwijst daar ook voor, zoals men dat in het antwoord heeft omschreven, naar datgene wat in de nota bestuurlijke organisatie van februari 1986 is aangegeven o.a. in hoofdstuk 3. en wat betreft de portefeuillehouders in de hoofdstukken 4, 5 respectievelijk 6. Hij zou graag de raadsleden willen adviseren hier nog eens naar te kijken. Hij denkt dat dat goed zou zijn en dat dat verhelderend zou kunnen werken. Laat één ding duidelijk zijn. Ondanks vallen en opstaan mogen we toch met z'n allen

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1989 | | pagina 62