ft - 24 - BIJLAGE, behorende bij het besluit van de raad van 30 januari 1989. 1. Met inachtneming van de aan de raad wettelijk opgedragen taken, zal de raad in hoofdzaak tot zijn taak rekenen: a. het vaststellen van uitgangspunten van beleid en de daarbij behorende (rand)voorwaarden waaraan bij de uitwerking van dat beleid zal moeten worden voldaan; b. het toetsen .van de voorgestelde oplossingen van problemen aan eerder vastgestelde uitgangspunten'met (rand) voorwaarden; c. het, gegeven zijn beleidsuitgangspunten, doen van een keuze uit voorgestelde oplossingen. 2. De commissies van advies en bijstand zullen, met inachtneming van de bij de wet en/of verordeningen opgedragen taak, zich in hoofdzaak bezighouden met het zelfstandig aan burgemeester en wethouders adviseren over het te voeren beleid per sector, daarbij rekening houdende met de adviezen van het ambtelijk apparaat en eventuele participanten. 3. Met inachtneming van de aan. burgemeester en wethouders bij de wet en/of verordeningen opgedragen taak, zullen burgemeester en wethouders zich in hoofdzaak bezighouden met: a. de voorbereiding van nieuwe, in de ontwikkelingsschets in te passen, beleidsaangelegenheden, waartoe het initiatief door een ieder, in- of extern, genomen kan worden; b. het aangeven van voorwaarden tot beleidsvoorbereiding voor zover zulks niet door de raad is geschied; c. het doen van een keuze uit de aan hun gedane voorstellen binnen kader van het door de raad vastgestelde totale beleid. Bij afwijkingen van de voorstellen van de commissies zal in belangrijke gevallen nog hiernaar teruggekoppeld worden. 4. Burgemeester en wethouders hebben voorts de kontrole op en de verantwoordelijkheid voor het ambtelijk apparaat, wiens taak omvat: a. het voeren van beleid binnen de door het bestuur gegeven spelregels; b. het voorbereiden van beleid in samenwerking met bestuurscommissie betrokkenen; c. het uitvoeren van werkzaamheden op basis van het door het bestuur vastgestelde beleid. Zij rekenen tot hun taak het voorbereiden van een verordening op structuur en werkwijze van de raad, de commissies van advies en bijstand, burgemeester en wethouders en ambtelijk apparaat." Tot zover het letterlijke besluit. Tegen de achtergrond van weergegeven historie menen wij duidelijk te hebben gemaakt dat er hier en daar sprake is van insluipende verwijdering van de besluitvorming waar het gaat om onze eigen handelwijze als raad en college. Ten overvloede verwijzen wij ook naar hoofdstuk 3 van de nota "bestuurlijke organisatie" van februari 1986. Hierin is gedetailleerd aangegeven wat de verschillende stappen zijn in het besluitvormingsproces, bevoegdheden en instrumenten van de raad.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1989 | | pagina 39