- 22 - Belangrijk is verder dat de raadscommissies bij de oordeelsvorming over de aan hen voorgelegde voorstellen toetsen of alle betrokkenen op een verantwoorde wijze aan de besluitvoorbereiding hebben deelgenomen. Wat geldt voor de taak van de raad, geldt ook tot op zekere hoogte voor de taak van burgemeester en wethouders, nl. een veralgemening, die, op basis van adviezen van de raadscommissies, leidt tot het doen van voorstellen ten aanzien van het door de raad te voeren beleid c.q. het doen van voorstellen binnen het door de raad vastgestelde totale beleid, daarnaast het voeren van beleid indien de marges waarbinnen dit dient te geschieden duidelijk zijn vastgesteld. Burgemeester en wethouders zullen alle voorstellen die de raad bereiken eerst moeten toetsen aan het door de raad vastgestelde totale beleid. Gelet op de eerder omschreven werkwijze van de raadscommissie zal het duidelijk zijn dat de leden van ons college in een vergadering van de raadscommissie een wezenlijk andere rol wordt toebedeeld dan nu het geval is. Zoals hiervoor geschetst zal ons college, voordat een raadscommissie advies uitbrengt, over een aan de raad te doen voorstel zich eventueel een voorlopig oordeel hebben gevormd, doch nog geen standpunt hebben bepaald. De raadscommissie zal in deze werkwijze een positie innemen geheel overeenkomstig haar benaming in de gemeentewet, t.w. commissie van advies en bijstand voor ons college. Aangezien dan in deze werkwijze geen standpunt van ons college ter vergadering van de raadscommissie voorhanden zal zijn, is er uiteraard voor het in die vergadering aanwezige lid van ons college geen taak meer als verdediger van zo'n standpunt. Wij tekenen hierbij aan, dat de gemeentewet thans ook niet meer voorschrijft dat het voorzitterschap van een raadscommissie door een lid van ons college moet worden bekleed. Wij pleiten er voor dit vooralsnog te handhaven. De voren omschreven fundamentele wijziging in de werkwijze van de genoemde bestuurlijke organen van deze gemeente bepaalt mede de positie en werkwijze van het ambtelijk apparaat. Wij zijn van mening dat de besluitvoorbereiding vanuit het ambtelijk apparaat samenhangend dient te geschieden, waarbij dit apparaat ook in de daarvoor in aanmerking komende fasen óok de van belang zijnde belanghebbenden hun inbreng doet hebben op basis van de vastgestelde relatiegedragsregels daaromtrent (extern management uit te voeren door ambtelijk apparaat) De uitvoering van besluit zal aan het apparaat dienen te worden opgedragen, uiteraard onder kontrole van de bestuurlijke organen en met terugkoppeling naar die organen als de omstandigheden dat noodzakelijk maken. Hoe de organisatie en werkwijze van het apparaat dient te zijn om op een flexibele wijze op de geschetste bestuurlijke organisatie in te spelen zal nader in studie worden genomen en straks in een structuur-verordening worden neergelegd ter vaststelling door uw raad. Tot slot nog dit. Aanvaarding van ons voorstel zal o.i. leiden tot een grotere aandachtbesteding aan de wezenlijke problemen van de samenleving en tot het nemen van besluiten welke de samenhang daarvan beklemtonen. Hierdoor zal de bestuurskracht van de raad kunnen toenemen. Dat de invloed van de individuele leden van de raad, zitting hebbende in diverse raadscommissies, bij de voorgestelde wijze van werken wordt vergroot als gevolg van het scheppen van een daadwerkelijke adviesfunctie op basis van tijdige en volledige informatie, lijkt ons zonder meer een winstpunt. Overeenkomstig aan en als gevolg van de voorgestelde werkwijze van de raad en de raadscommissies, zal ook de werkwijze van ons college meer bestuurlijk

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1989 | | pagina 37