- 10 - HET JAARVERSLAG EN HET ACTIEPLAN EN HET VASTSTELLEN VAN DE GEMEENTELIJKE BIJDRAGE PER 1-1-1990. (BIJLAGE 100) MevrvdBemd vindt dat er inderdaad geldelijke middelen nodig zijn om dat werk goed te kunnen doen. Derhalve heeft haar fraktie op dit moment geen problemen met het bedrag. Zij heeft zelf in de commissie financiën gezegd dat het aangepast moet worden om het werk te kunnen blijven doen. Aan de andere kant is het wel zo dat men zich af kan vragen of het niet verstandiger is, dit geldt ook voor andere samenwerkingsverbanden, om naar een bedrag per inwoner toe te werken. Zij verzoekt dit gegeven in een volgende bijeenkomst nader te bekijken, zodat er in de komende jaren, misschien inderdaad een bedrag per inwoner kan worden vastgesteld. Daarnaast is het verstandig om de zaken goed in de gaten te houden, zeker door diegene die met de administratie is belast, zodat de zaak niet uit de hand kan gaan lopen. Dit soort zaken worden spontaan opgezet, wat een goede zaak is, er wordt aan gewerkt en dan komt men op een gegeven moment in de problemen omdat men het binnen de begroting niet meer kan klaren en dan zit men met personeelskwesties. Zij verzoekt beide zaken die zij aangeroerd heeft mee te nemen. De voorzitter antwoordt hierop dat het verzoek om een bedrag per inwoner vast te stellen zinloos is, omdat de discussie hierover al in 1987 heeft plaatsgevonden tussen de deelnemers. Men is toen niet tot een vergelijk kunnen komen. Derhalve is gekozen, omdat men ook nog te maken heeft met twee nationaliteiten, voor een bijdrage die gekoppeld is aan kleine gemeenten, middelgrote gemeenten en grote gemeenten. Met betrekking tot de tweede opmerking over het secretariaat. Als werkelijk alle kosten die door het secretariaat gemaakt worden, zouden worden doorbelast naar Benego dan zou het bedrag nog veel hoger moeten zijn. De betrokken gemeenten hebben zeker met het Beneluxverdragsinds 1988 van kracht, de opdracht om samen te werken ook over de landsgrenzen heen, en dat heeft dan specifiek betrekking op een aantal terreinen die nauw verwant zijn met de openbare orde, rampen, brand en andere vormen van hulpverlening. Daarvoor moet een overleg per gemeente tot stand komen. Als men dat allemaal als afzonderlijke gemeente zou moeten doen dan zouden de kosten aanzienlijk hoger uitvallen. Als gemeenschappelijke gemeenten aan beide zijden van de grens heeft men dat gebundeld in Benego. Men kan natuurlijk vragen laat men dit doen per inwoner. Maar op dat moment loopt men het risico dat het uitgroeit tot een apparaat dat meer werk naar zich toetrekt dan men er feitelijk in wil stoppen. Het is een overleg platform. Men wil geen doublures van zaken die al spelen. Neem b.v. rampenbestrijding, hulpverlening. Hier hebben we nl. binnen het Stadsgewest een samenwerkingsverband op het terrein van de brandweer. Het college vindt dat men dan niet verder moet gaan om daar nog eens een koepel overheen te zetten die zich met dezelfde zaken bezighoudt. Dit is de achtergrond overweging waarin de gemeenten gemeenschappelijk binnen Benego in 1987 hebben besloten niet over te gaan tot een vaststelling van een bedrag. MevrvdBemd zegt dat. de voorzitter volkomen gelijk heeft met hetgeen hij naar voren brengt. Zij stelt zich voor dat de Benego in de loop der jaren met een aantal gemeenten verder uit zal groeien en dan zou er op den duur toch een andere kijk ingebracht kunnen worden. Het is van haar kant absoluut niet de bedoeling om te zeggen dat het zo moet en zo zal gebeuren. In de commissie financiën heeft haar fraktie toegezegd akkoord te gaan met dit bedrag. Rijsbergen zal er niet aan failliet gaan. Het is in ieder geval de moeite waard om de zaak goed in de gaten te houden. De voorzitter antwoordt hierop dat de zaak bekeken zal worden.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1989 | | pagina 11