- 14 - Het is momenteel nog maar een raamwerk en de gemeenten moeten snel reageren anders is de datum voorbij. In september volgen dan de nadere gegevens. Hij stelt voor met de stichting Mark en Weerijs af te spreken de zaak later in het jaar 1990 definitief in te vullen, omdat Rijsbergen momenteel de zaak nog in overweging heeft. Mevr.v.d.Bemd vindt dat aan het belangrijkste punt is voorbijgegaan. Het gaat doorgaans om zeer jonge kinderen. Het gaat er om waar het individuele belang van het kind het best mee gediénd is. De Rijksoverheid juicht dagbehandelingsprojekten toe in het kader van de Wet gelijke behandeling. Men kan er niet omheen dat zeer jonge kinderen nog altijd mensjes zijn die volwaardig op moeten groeien en die het best gebaat zijn met een heel goede verzorging thuis door de eigen ouders. Zij begrijpt dat zij nu een ontzettende grote knuppel in het hoenderhok gooit. Zij heeft een aantal rapporten uit buitenlandse projekten doorgeworsteld. Als men dan kijkt naar voorbeelden uit China of Zweden, waar zo veel frustraties opgeworpen zijn vanaf het moment dat kinderopvang een feit geworden is, dan vraagt zij zich af of men wel gelukkig moet zijn met de Wet gelijke behandeling ten koste van de zeer jonge kinderen. Voor haar blijft het voorlopig een vraagteken. Moet de Wet gelijke behandeling toch een kans van slagen krijgen dan zag zij liever dat er op een heel kreatieve manier door de Rijksoverheid en door gemeenten gewerkt gaat worden aan goede afspraken met betrekking tot deeltijdbanen voor beide partners. Dit heeft volgens haar meer kans van slagen in ieder geval wat het kind aangaat. Een kind zonder meer ergens droppen omdat per se beide partners een baan van 40 uur moeten hebben betekent voor haar dat er aan de belangen van het kind te kort gedaan wordt. Zij zou willen bepleiten om de geldelijke middelen voor Etten-Leur toch te behouden. Etten-Leur is een grotere gemeente die met de gelden iets kan en wil doen. Dat is hun goed recht. Voor Rijsbergen ziet zij heel beperkte mogelijkheden. Verder zou zij er voor willen pleiten om deze hele ontwikkeling positief kritisch op de achtergrond te blijven bekijken en beoordelen. In het voorstel wordt aangegeven dat er tot een bepaalde tijd subsidie wordt gegeven, dus tot die bepaalde tijd wordt er betaald of bijgedragen. Zij zou graag, voordat de termijn verstreken is, b.v. halverwege de termijn een evaluatie ontvangen over datgene wat tot ontwikkeling gekomen is en in hoeverre dat positieve gevolgen heeft. DhrvdBemd In het meerjarenplan van de stichting Mark en Weerijs is reeds eerder aan ons kenbaar gemaakt dat zij het pakket van maatschappelijke dienstverlening in navolging van vele andere instituten toch ook nog wil uitbreiden. Een van die uitbreidingstaken omvat de kinderdagopvang. Bij brief van 16 november biedt de stichting rondom Mark en Weerijs de beleidsnota kinderopvang voor de jaren 1990-1993 aan. Uit de kontakten die op bestuurlijk niveau toch al geruimte tijd met de stichting plaatsvinden is het u ongetwijfeld niet ontgaan dat met name dit onderwerp in het jaar 1989 heel vaak in de aktualiteit heeft gespeeld. Een aantal zaken moesten verder uitgediept worden. Begin-november is in het Provinciehuis nog eens een speciale studiemiddag belegd door W.V.C. Na die middag is men snel met het voorstel gekomen. In het overleg is al eerder gesproken of er mogelijkheden in de nota zouden zitten. Bij nadere studie en zelfs nog na de informatie die verstrekt is vanuit het Ministerie moet hij helaas mededelen dat de stichting Peuterspeelzaal in Rijsbergen in deze huidige vorm geen beroep kan doen op de bedragen die middels deze subsidie voor de komende 3 of 4 jaar zijn vastgesteld door W.V.C. Wel is in het overleg naar hun toe de mogelijkheid geboden om eventueel de zaak om te zetten. Het is echter voor de verantwoording van de stichting Peuterspeelzaal, om daar gebruik van te maken. Hét gemeentebestuur vindt het een goede zaak, ook in de commissie vergadering van 28 november jl. werd hier zo over gedacht, dat in navolging van andere regionale projekten de kinderopvang ook in eerste instantie toch

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1989 | | pagina 108