4 - 9 - van de onroerend goed belasting door de rijksbelastingen gedaan. Dus die gegevens liggen er al op grond,van de invoering van de wet. De gegevens zijn bij de belastingdienst bekend. Gewoon omdat de wet voorschrijft dat al die heffingen door de rijksbelastingen gedaan moeten worden. Dhr. Van de Rijzen dacht dat het zo was dat een pand wordt getaxeerd. Dat noemt men dan de economische waarde. En tegen de vaststelling van die waarde kan men bezwaar aantekenen. Men kan nl. geen bezwaar aantekenen tegen de heffing. Want de heffing is gewoon vast. Dat is een vast gegeven en dat gaat per 3 duizend. Men kan bezwaar aantekenen tegen de economische waarde. Die bezwaren worden behandeld en dan wordt er vaak gehertaxeerd. Hij vraagt of dit bij dit gebeuren hoort? Hij vraagt of dit helemaal apart is en wie het gaat doen. De voorzitter antwoordt dat dat een apart verhaal is. Er wordt aan de hand van de ingekomen reacties afzonderlijk bekeken of men te maken heeft met een incidenteel geval of dat men te maken heeft met een cluster. Dat is jaar tot jaar verschillend. En wordt op basis van een keuze die dan aan de hand van prijzen wordt gedaan, een keuze gemaakt. Dhr. Van de Rijzen vraagt of er een nieuwe offerte gemaakt wordt. De voorzitter antwoordt dat op dat moment offerte opgevraagd wordt voor het hertaxeren van een x-aantal gevallen, want niet alle gevallen worden gehertaxeerd. Dhr. Van de Rijzen zegt dat er een groot aantal zaken overblijven en er wordt opnieuw offerte aangevraagd aan deze twee instellingen. De voorzitter zegt dat men er over het algemeen goede reactie mee heeft maar dat het niet een wet van meden en perzen is dat het op basis van de offerte wordt toegewezen. Dhr. Van de Rijzen vraagt of het niet logisch zou zijn om die hierin mee te nemen. Dan is het verhaal toch compleet. De voorzitter zegt dat dat ook het gevaar in kan houden dat men het op te lange termijn moet binden. Dhr. Van de Rijzen zegt dat het eens om de vijf jaar moet, dus men kan het één keer doen. De voorzitter zegt dat de gemeente zich niet bindt voor vijf jaar. Dhr., Van de Rijzen zegt dat men maar ééns in de vijf jaar hoeft te taxeren, dus volgend jaar is het niet zo. 'V

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1989 | | pagina 103