- 6 - is, dat er in een raadsvoorstel een aantal overwegingen staan. Dat zijn op zich aangeduide zinnen, maar men moet ze zeker niet los van elkaar zien. Dhr. Van de Sande zegt dat hij de opmerking over Hazeldonk wat voorbarig vindt maar de opmerking over de onderhandelingen met E.E.G. en de buurgemeente beschouwt hij als een leuk kerstcadeautje in de meerjarenvisie Als dit bedrag inderdaad weg valt dan heeft men dat in ieder geval meegenomen. De voorzitter zegt dat hij als eens meer gezegd heeft dat men de dag pas moet prijzen wanneer het echt avond is. Hij heeft alleen mededeling gedaan wat men aan mogelijkheden heeft gezien om dat te bewerkstelligen. Men heeft het nog niet in handen dus het is zeker niet verstandig om al uit te gaan geven wat men nog niet in handen heeft. Dhr. Utens zegt dat hij toch met een aantal opmerkingen blijft zitten waar hij geen voldoende onderbouwd antwoord op gekregen heeft. Deze opmerkingen bevinden zich enigszins op technisch terrein, vandaar dat hij er maar genoegen mee moet nemen. Daarom vat hij e.e.a. nog eens als volgt samen: de auto wordt verbouwd, de blusfunktie blijft behouden, het risico neemt toe, en vervolgens zal de aanhanger verdwijnen. Hij vraagt zich af of er op dit moment dan wel de juist keuze wordt gedaan. Hij zou graag zien dat in de toekomst de zaken beter onderbouwd worden. Nu gaat het om de vervanging van een auto. Men kiest ergens voor maar in zijn algemeenheid is dit apparatuur die men voor langere termijn aanschaft, 10 a 15 jaar minimaal. Men geeft zelf aan via onderhandelingen, ontwikkelingen met de zuiderburen, of men op dit moment wel de juiste keuze maakt door er toch die tweede nieuwe motorbrandspuit bij te zetten. Dat is de vraag waarmee hij nu blijft zitten. De voorzitter heeft toch enigszins moeite met hetgeen dhr. Utens stelt. Hij is op dit terrein zeker geen technisch specialist. Ook hij moet afgaan op hetgeen de deskundigen hem voor houden. Men praat nu wel over iets wat men allemaal hoopt nooit te hoeven gebruiken en dat het splinternieuw in de garage blijft staan. Maar op een gegeven moment is men met z'n allen niet in staat om te kunnen beoordelen wat wel of niet noodzakelijk is. Er zit een zeker riciso in. Men schaft iets aan maar men kan pas beoordelen op het moment dat men iets nodig heeft of het noodzakelijk is of niet. Handelt men niet dan zit men ook met de verantwoordelijkheid dat men niet tot aanschafis overgegaan, op het moment dat e.e.a. nodig is. Hij wil zeker niet proberen om een blanco cheque te incasseren teneinde het voertuig aan te kunnen schaffen. De adviesnota is zo technisch dat het beeld wat wazig wordt, maar hij denkt niet dat men te kort is geschoten in de uitleg. Hij denkt dat de verwarring met name ontstaat door de binnen de regio gevoerde discussies en de plei dooien die zijn gehouden om te komen tot aanschaffing van zgn. afhaal- chassis. Dat is toch mede gelet op het advies van wat men aan de eigen brandweerlieden heeft gevraagd uiteindelijk uitgevallen in het voordeel van de optie zoals die nu voorligt. Nogmaals daar speelt ook mee enerzijds de technische noodzaak tot aanschaf maar anderzijds ook het financiële plaatje wat er aan vastzit. Als men bij financiën de jaarlijkse lasten vergelijkt, dan denkt hij dat men op basis van het financiële plaatje van harte zou kunnen instemmen met model 3. Maar dan is men duurder uit-. Als men kiest voor model 1 dan moet men de optelsom maken dat mén binnen de kortste keren voor nog een aanschaf zit want dan is het huidige eerste uitrukvoertuig aan vervanging toe. Over meerdere jaren gezien, verdient men dus omdat men over een aantal jaren dat eerste motorvoertuig niet hoeft te vervangen. Nogmaals

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1989 | | pagina 100