m
- 10 -
niet exact. De gemeente heeft nog forse investeringen te doen. Totaal denkt
hij aan ongeveer drie miljoen gulden. De raad moet daarover gaan beslissen,
zonder dat er in de commissie op rustig moment ruggespraak over gehouden is.
Normaal bij kleine investeringen spreekt men over f 25.000,00 en daar vraagt
men twee of drie offertes op. Hij vindt, zoals het voorstel hier ligt, dat
men dit terug moet nemen en er in de commissie financiën verder over moeten
praten en dat men de plaatselijke banken mee moeten laten offreren in een
dergelijke raamovereenkomst. Dicht bij huis kunnen misschien dezelfde
diensten geregeld worden. Hij vindt dat de plaatselijke banken dit best aan
kunnen. Of in ieder geval zeker informeren. Het is ook een stukje
werkgelegenheid. Hij wil ook de overige leden van de raad vragen of zij zijn
verzoek over kunnen nemen en dat men het in de commissie financiën verder
ter bespreking kan hebben.
De voorzitter zegt dat de liefde voor het bankwezen van dhr. van de Sande
hen niet onbekend is. Maar hij denkt toch dat dhr. v.d. Sande een voorstel
van zaken geeft die buiten het voorstel gaat. De voorzitter heeft bij de
toelichting aan de hand van het verzoek van de fractie Dorpsbelangen al
gezegd, dat het een uitvloeisel is van datgene dat er de vorige maand is
gedaan. Hij heeft er toen ook bij gezegd dat één en ander inhoudt dat het
financiële voordeel wat hier door de gemeente verkregen wordt, dermate
aantrekkelijk is dat men zegt dat men dit gewoon moeten doorzetten. Met
betrekking tot de opmerking van het inschakelen van de plaatselijke banken,
verwijst hij dhr. v.d. Sande naar datgene wat hij al bij eerdere opmerkingen
heeft gezegd. Voor het college is er geen aanleiding om dit voorstel niet te
volgen zoals het hier ligt.
Dhrv.d. Sande begrijpt uit zijn verzoek dat de overige raadsleden niet
mee kunnen gaan? Hij krijgt nl. geen aanhang en dat betreurt hij ten
zeerste. Op zich kan hij best vinden dat hier een redelijk goede offerte op
tafel ligt, zij het niet dat er ook wat haken en ogen aan zitten, nl. dat
men op een gegeven moment wanneer er kosten zijn voor formulieren van
betalingsverkeer men daar erg vaag in is.
De gemeente dient zich stipt aan de voorwaarden te houden die door de B.N.G.
gesteld worden. Maar hij kan niet met het college meegaan wanneer men met
één bank in onderhandeling gaat. Het is een goede offerte maar van de andere
kant vraagt hij zich af of dit ook de plaatselijke banken niet zouden
kunnen. Waarom er aan de plaatselijke banken niets gevraagd wordt begrijpt
hij niet.
De voorzitter zegt dat het gaat om de Bank van Nederlandsche Gemeenten.
Dat is onze eigen bank. Daar gaat het om. Voor het overige heeft dhr. v.d.
Sande in het voorstel ook kunnen lezen, dat de gemeente Rijsbergen ook
relaties heeft met de plaatselijke banken. Dat doet men voor die zaken waar
dat vanuit gemeentelijk belang ook een voordelige en goede zaak is. Dat
blijft men ook continueren, ook in de toekomst. Daarmee denkt hij dat de
discussie over dit onderwerp gesloten is.
Dhr, v.d. Sande zegt, wanneer de voorzitter zegt dat het de Bank voor
Nederlandsche Gemeentenis, hij moet zeggen dat dat inderdaad zo is, maar
dan wil hij toch nog even één ding recht zetten. Diverse malen heeft hij met
de B.N.G. in concurrentieslag gelegen en is een vrij grote gemeente toch
naar een handelsbank gegaan. Dus het is niet altijd zo dat de Bank van
Nederlandsche Gemeenten de beste offertes heeft.