ft - 2 - De voorzitter zegt dat de wethouder hierover het één en ander kan zeggen. Dhr, van den Bemd zegt dat het schrijven van het Provinciaal Welzijnsberaad voor ouderenomtrent de advisering vanhet in rekening brengen voor het verstrekken van de warme maaltijden, dat dit een jaarlijks terugkerend stuk is op de raadsagenda. Ter verduidelijking heeft hij een copie gemaakt van de beschikking van de staatssecretaris van sociale zaken en werkgelegenheid van 3 december 1987. Als men dat stuk in alle rust een keer door wilt nemen, dan verwacht hij dat de meeste vragen echt wel beantwoord zijn bij de commissieleden. Hij heeft er geen enkel probleem mee als dhr. v.d. Sande dit stuk a.s. dinsdag in de commissie welzijn eventueel bij de rondvraag aan de orde wil stellen. De voorzitter zegt dat de juiste procedure is, dat dit stuk nu niet voor kennisgeving wordt aangenomen omdat er verwezen wordt naar de commissie, en dat het dan volgens de spelregels de volgende maand op de agenda komt te staan. Dhr, v.d. Sande gaat hiermee akkoord. Hierna wordt besloten dat onderdeel 4 van de ingekomen stukken naar de commissie gaat voor advies. De overige ingekomen stukken worden voor kennisgeving aangenomen. 2. VOORSTEL TOT AANGAAN VAN VASTE GELDLENINGEN VOOR 1989. (BIJLAGE 113) Dhr, v.d. Sande vraagt of het goed is dat hij over de agendapunten 2 t/m 5 een algemene opmerking kan maken. Het gaat nl. over dezelfde problematiek. De voorzitter gaat hiermede akkoord. Dhrv.d. Sande zegt dat een jaarlijkse machtiging voor het aangaan van geldleningen, rekeningcouranten e.a. voor onze gemeente in principe noodzaak is geworden. In de commissie financiën heeft hij hier ook naar gevraagd. Toen heeft de voorzitter, om wat meer openheid van de gedane transacties te geven, gezegd dat het college de plicht heeft om de zaak goed te beheeren. Hij gaat er vanuit dat dat ook goed gebeurt. Anderzijds heeft de raad de bevoegdheid om toe te zien dat het één en ander goed gebeurt. Daarom zou hij ten aanzien van de informatie willen vragen naar de raad toe, een aanvullende zinsnede te maken bij alle besluiten. Hij zou die als volgt willen stellen: dat van elke gedane en getekende overeenkomst een copie ter inzage wordt gelegd voor de raad en commissieleden op de eerstvolgende vergadering nadat de overeenkomst gesloten is. De voorzitter zegt dat hij hetzelfde antwoord kan geven dat hij ook in de commissie heeft gegeven. Als wij leningen aangaan, dan krijgt U altijd een inzage middels de ter inzage-ligging. Alleen is het zo dat wij tot nu van onze machtigingen wat dat betreft nog geen gebruik hebben hoeven te maken. Het staat ook in de stukken.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1988 | | pagina 70