- 23 -
Hij heeft een opmerking gemaakt over het feit dat de geplande investering
voor het gemeentehuis niet vermeld was in het investeringsprogramma.
De voorzitter interrumpeert en zegt dat het een investering is die dit
jaar nog wordt gedaan. Dus dit ziet u niet terug in 1989.
Dhr, van de Sande zegt dat de andere investeringen van 1989 er wel in
staan. Daarnaast is het zo dat we volgend jaar wel een forse verlaging van
de reserve krijgen, want dan wordt het bedrag geheel of gedeeltelijk
afgeboekt. Dus je krijgt dan toch weer een bovenmatig verschil in de
begroting en dat is de gedachtengang er achter.
Over de overschotten zegt hij dat deze deels uit het grondbedrijf komen.
Zijn fractie is er toch voorstander van dat een gedeelte van deze overschot
ten naar de reserve wordt geboekt voor onderhoud wegen of riolen. Daardoor
beperken wij ook een stukje verhoging van de tarieven.
Hij vraagt hoe het college het wegenfonds dekkend denkt te krijgen.
Men zit met de kapitaallasten, onderhoudslasten en loonkosten. Dat is toch
een bedrag van 8 4 ton per jaar. Aan de inkomstenzijde heeft men de uitkering-
van de tertiaire en kwartaire wegen van ongeveer 2 ton. Hierover wil hij wat
toelichting.
Een andere opmerking die we geplaatst hebben als suggestie is de herziening
van de geldleningen. In de staatscourant van 28 maart 1988 is er een
publicatie geweest over mogelijkheden van wijziging leningsvoorwaarden. De
vraag is nu of dat voor ons aan de orde is. Wij hebben de suggestie
meegegeven om, wanneer het inderdaad zo is, dit altijd financiële ruimte kan
opleveren voor onze gemeente.
Wij hebben aangekaart de mogelijkheid die zou kunnen bestaan dat in de
toekomst de ENWA bij de gemeente aan zou kloppen om afkoop van het
gasbedrijf. Als dat ooit aan de orde komt, dan zeggen wij "regeren is
vooruitzien" en dat wij die bedragen dan willen reserveren om eventuele
schommelingen in de opbrengsten te voorkomen.
De voorzitter schorst de vergadering.
Na de schorsing krijgt dhr, van den Bemd het woord.
Mevr. van den Bemd haalt aan dat de beide wethouders in de komende tijd een
gesprek zullen hebben met de plaatselijke ouderenraad. Inderdaad, 14
november zal hij ais wethouder van welzijn een oriënterend gesprek hebben
omtrent de eventuele toekomstvisie die er momenteel heerst binnen de
plaatselijke ouderenraad en zeker ook vanuit het integraal ouderenbeleid,
wat wij als college via een onderzoek door het P.O.N. toch in de nabije
toekomst met goedvinding van uw raad willen laten starten binnen Rijsbergen.
Mevrouw van den Bemd vraagt ook over de nullijn inzake de woonwagensituatie.
Zij kan mogelijk in verwarring geraakt zijn door de krantenartikelen die de
laatste tijd verschenen zijn met name uit Breda. Via de nieuwsverspreiding
vanuit de gemeente Breda wordt naar voren gehaald dat zij eigenlijk de
spreiding die er nog moet plaatsvinden best zouden kunnen onderbrengen.
Nogmaals wij zijn gewezen op onze provinciale taak en die moeten wij
gestalte proberen te geven. Als daar onverhoopt wijzigingen in komen dan
wordt men daar zo snel mogelijk over ingelicht. De eerstkomende vergadering
van het algemeen bestuur is in december a.s. en dan zal hij proberen meer
duidelijkheid te krijgen over eventuele wijzigingen.