fe - 21 - voorzien was. Hij heeft op dit moment twijfels over het nut van dat overleg, want wanneer men met deze cijfers geconfronteerd wordt dan ziet het er treurig uit voor Rijsbergen. Het is een goede zaak om de plaatselijke ouderenraad te betrekken bij het ouderenbeleid inzake de bejaardenwoningen. Maar men blijft toch wel met het probleem zitten als de cijfers van de R.V.C. gehandhaafd zouden blijven. Dan ziet het er treurig uit en dan kan men zich afvragen of een inhoudelijke discussie over het type te bouwen woning erg op zijn plaats is omdat men dan nog nauwkeuriger moet gaan kijken naar het te voeren beleid. Over de verkoop woningwetwoningen zegt hij dat de nota Heerma best mag. Hoe dan ook in buurgemeenten is dat het geval. Het blijft en het is voor hem nog steeds een autonome zaak waar wij als gemeenteraad een uitspraak over kunnen doen. Hij is best bereid daar allerlei nota's in te betrekken maar primair blijft het gemeentelijk. Over de T.G.V. zegt hij dat het een landelijke zaak is. De gemeente is primair afwijzend maar kiest dan toch voor het oostelijk traject. Hij kan dit niet rijmen. Men wijst iets af of men spreekt een voorkeur uit. Als men een voorkeur uitspreekt dan denkt hij niet dat men afwijzend is. Over het "geforceerd" invullen van Hazeldonk, zegt hij dat hij wel eens meer opmerkingen heeft gemaakt bij de voorziene groei. Geforceerde invulling betekent toch dat die groeiontwikkeling stagneert. Vorige week nadat we de beschouwingen achter de rug hadden verschenen er nog wat publicaties over een terrein in Ossendrecht en daar las hij ook dat de de provincie dat een nationaal belang vond. Hij weet niet in hoeverre dat voor Hazeldonk geldt. Over het kleinschalig bedrijventerrein zegt hij het van het hoogste belang te vinden om in ieder geval een kleinschalig bedrijventerrein gerealiseerd te krijgen. Alleen het verleden speelt ook een rol. Voor de kandidaten is nog niet alles duidelijk over het kostenplaatje wat er aan hangt en dat is in de commissie financiën uitvoerig besproken. Hij denkt dat het van wezenlijk belang is dat de kandidaten daar voldoende duidelijkheid in krijgen. Bedrijventerreinen zijn in diverse gemeenten een blok aan het been. Wij moeten voorkomen dat het hier ook de zelfde kant uit zou gaan. Vandaar het belang van een goede voor-inventarisatie. We zien vol vertrouwen de ontwikkelingen in deze zaak op ons afkomen en zullen dan een afgewogen oordeel aan uw college doen toekomen. Over Brabant Chemie zegt hij dat hij van de wethouder heeft gehoord dat het definitieve ontwerp van het saneringsonderzoek binnenkort ambtelijk besproken gaat worden. Hij vraagt of al bekend is of alle onderzoeken thans voldoende zijn geweest en of men naar Den Haag het definitieve ontwerp van de saneringsopzet kan sturen. Hij vraagt zich af waarom het zo lang heeft geduurd want het laatste onderzoek is al meer dan een jaar oud. Wat is de reden van deze lange termijn Temeer daar hij ook in de beschouwingen aanhaalt dat de minister 100 miljoen extra uittrekt en wij hier met een landelijke regeling geconfronteerd gaan worden. Dan is het jammer dat er nog geen definitief ontwerp op tafel ligt. Het kan dan wel aangemeld zijn, maar iedereen vecht om een stukje van de koek. Hopelijk mag het definitieve ontwerp binnenkort tot stand komen en hopelijk zal het tot het gewenste resultaat leiden. Over de hondentoiletten zegt hij dat in de commissievergadering hierover uitvoerig gesproken is. Hij heeft uit de opmerking van de wethouder begrepen dat het college zich wel kan vinden in het experiment van de twee hondenuitlaatplaatsen. Kennelijk is er toch tot andere gedachten gekomen. Dat het niet een directe bijdrage levert aan die structurele aanpak dat kunnen wij moeilijk bepalen, want het ging om een experiment. U bracht vanavond een idee naar voren betreffende die structurele aanpak. In de schorsing heeft hij met de wethouder contact hierover gehad. De wethouder heeft hem een idee aan de hand gedaan. In recente publicaties werd iets vermeld inzake het cosmonautenvoer voor honden waardoor het probleem van de uitwerpselen danig beperkt zou kunnen worden.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1988 | | pagina 56