- 2 - Hierna worden de notulen vastgesteld. 2. INGEKOMEN STUKKEN. (BIJLAGE 91) Mevr. Van den Bemd zegt dat men voorstelt om punt 9 en 10 van de ingekomen stukken voor kennisgeving aan te nemen. Zij vraagt of zij de conclusie kan trekken dat met betrekking tot het beleid van emancipatie en educatie, dat dat het zelfde beleid is wat in het verleden is opgebouwd en ook in de toekomst gaat continueren? Dhr. Van den Bemd wil mevr. Van den Bemd verwijzen naar de besluitenlijst van de vergadering van de commissie welzijn van augustus. Toen is die zaak uitgebreid aan de orde geweest. Er is in ieder geval door de commissie die zaak positief benaderd. Maar omdat er voor ons weinig duidelijkheid was omtrent de financiën die ons met name in de toekomst te wachten staan, hebben wij in ieder geval die zaak positief benaderd maar we hebben geen standpunt ingenomen omtrent financiële verplichtingen die mogelijk in de toekomst tot gevolg zou kunnen hebben. In principe is de commissie er vanuit gegaan dat die zaak vooralsnog in ieder geval positief in de begroting verwoord zal worden. Dhr. v/d Sande verwijst naar punt 11 van de ingekomen stukken. Hij zou voor willen stellen namens zijn fractie dit schrijven en de voorgaande correspondentie in de eerste volgende commissievergadering welzijn te behandelen en zo mogelijk a.s. dinsdag. Dhr. Utens zegt dat hij aangaande punt 11 dat hij dit stuk bekeken heeft en inmiddels ook een brief ontvangen heeft. Er is door het college geantwoord. Deze mensen hebben hier wat problemen mee. Hij weet niet of het wel zinvol is om dit in de commissie welzijn te behandelen. Hij denkt eerder dat dit een zaak voor de raad wordt. Vandaar zijn vraag wordt de volgende brief, waarvan hij al een copie ontvangen heeft van de briefschrijfsters, aan de raad gericht? Daar gaat ook zijn voorkeur naar uit. Vandaar zijn vraag om deze brief als agendapunt voor de volgende raadsvergadering te plaatsen. Dhr. Snepvangers zegt aangaande punt 11 dat hij het heel logisch vindt dat het kreatief centrum een brief geschreven heeft. Zou het niet beter geweest zijn dat er een overleg geweest was met alle betrokkenen die geïnteresseerd waren om een gedeelte van dit gebouw te huren. Zodat meer instellingen daar gebruik van hadden kunnen maken. Hij vindt het jammer dat het allemaal op deze manier gelopen is. De voorzitter zegt dat hij dus begrijpt dat dhr. Snepvangers het voorstel van het collegeniet wil volgen om de brief voor kennisgeving aan te nemen. Hij stelt voor om deze brief in handen te stellen ter afdoening aan B&W, gehoord de commissie. Hij zou, gelet op een aantal aspecten met name in bestuurlijke zin alsvastmee willen geven dat die zaak geagendeerd gaat worden in de commissie bestuurlijke aangelegenheden. Het college distantiëert zich heel nadrukkelijk van de opmerkingen van de heer Snepvangers omdat dat een niet juiste gang van zaken is. Hij zou willen voorstellen om dit in handen te stellen van B&W ter afdoening, gehoord de

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1988 | | pagina 2