- 14 -
samenleving die gecompliceerd is, voortdurend in beweging en daar zullen wij
als bestuur naar dienen te richten en ook de koers van te bepalen.
Dhr. Jochems zegt dat over het algemeen de meeste fractievoorzitters
van verschillende partijen een klein beetje moeite hebben waarom het
dorpsplan op dit moment niet in hun bezit is. Hij kan zich dit aan de ene
kant wei voorstellen. Een goed jaar geleden zijn wij aan het dorpsplan
begonnen. Het vorige college heeft besloten om medewerking te verlenen aan
het dorpenplan van het Stadsgewest Breda. Wij doen daar aan mee. Wij hebben
gezegd zoals dit ook in andere plaatsen is zal dit begeleid worden door een
dorpsplan commissie, mensen uit de bevolking. Daar hebben we voor gekozen.
Er zijn ook verschillende vragen gesteld in de commissie ordening.Hij heeft
altijd gezegd namens het college dat wij dat "dubbel op" vinden. We kiezen
voor een dorpsplancommissieLeden van de bevolking van Rijsbergen. Een
gemêleerd gezelschap dat toch meer dan een jaar heeft geprobeerd om een
dorpsplan samen te stellen. In samenwerking met de leden van het
Stadsgewest. Wij zijn op dit moment zover dat het dorpsplan gereed is. Het
zal eind oktober in uw bezit zijn. Vorige week hebben wij de afrondende
commissievergadering gehad.
Eind oktober is de inspraakavond in de Koutershof. Daar vooraf zal middels
de plaatselijke pers de bevolking voldoende op de hoogte gesteld worden. Hij
zou dan ook alle raadsleden er op willen wijzen dat zij op die inspraakavond
op de eerste rij gaan zitten om te horen wat er bij de bevolking hierover
leeft. Zij hebben dan kennis kunnen nemen veertien dagen van te voren
voordat de inspraakavond is. Het college wil dat een afgevaardigde van het
Stadsgewest en van het bureau Stevens-Trimp eind oktober U een uitleg komt
geven wanneer het dorpsplan wordt aangeboden. Dan heeft u daar voldoende
tijd voor. Hij wil er eind november in de commissievergadering van
Ruimtelijke Ordening een inhoudend gesprek over hebben. Het liefst zou hij
in de raadsvergadering van december het dorpsplan vaststellen. Wij hebben
destijds gekozen voor deze werkwijze en hij dacht dat het een goede
werkwijze was.
Dhr. Godrie vraagt om schorsing om met andere raadsleden te
overleggen.
De voorzitter schorst de vergadering.
Na de schorsing krijgt dhr. Godrie het woord.
Hij zegt dat hij om een schorsing heeft gevraagd dat kwam omdat wij wanneer
men deze stukken leest in het voorstel en ook hetgeen wat er bij is dat wij
vonden dat er eigenlijk weinig of niets verandert. Dus wij kregen daar
enigszins achterdocht over en we willen dat even goed toegelicht zien. Wij
zagen dit als een soort delegatiebesluit. Het blijkt nu na het gesprek dat
dit niet de bedoeling is. Dat staat ook in de laatste alinea van het
raadsvoorstel. Wanneer het puur gaat om aankaarten en geen beslissingen
voordat de raad er in gekend is, dan hebben we er verder niet zo'n moeite
mee. Maar dat is wel de aantekening die we er bij maken.
Dhr. Utens zegt naar aanleiding van het antwoord dat zijn fractie kan
instemmen met de notitie die er voor ligt. Wanneer we inderdaad de
daadwerkelijk invulling, noem het maar het subbeleid, navolgt en er
ruimschootsen zeer vroegtijdig bij betrokken worden, dan kunnen wij ons hier
in vinden.