- 12 -
allemaal vanuit de visie dat wij van mening zijn dat de zaken die op ons af
komen, dat wij in staat te zijn om die uit te voeren mits die
randvoorwaarden ook ter beschikking staan. Om die zaken bij de hogere
overheden aan te kunnen kaarten zijn er in de afgelopen periode van maanden
diverse gesprekken geweest door leden van het college op het terrein van hun
eigen portefeuille met portefeuille-houders binnen het Stadsgewest en ook op
het niveau van de provincie. En die hebben uiteindelijk ons doen besluiten
om al die zaken nu bij elkaar te brengen in een notitie die als uitgangspunt
zal moeten dienen om met met namehet provinciaal bestuur te gaan overleggen
wat wij vinden dat er aan randvoorwaarden beschikbaar zou moeten komen om
inderdaad onze toekomstige functie ook adequaat te blijven uitvoeren. Ook in
samenwerking met anderen wat moet worden gedaan. Vandaar ook dat men door de
notitie heen een aantal zaken ziet vermeld die duidelijk een bovenvermeld
karakter hebben, maar die wij gewoon als lokale overheid wel zullen moeten
behartigen. Het is altijd moeilijk om op enige moment als men dit in een
notitie verzameld in extensoin alle breedte te verwijzen naar dingen die in
een ver gevorderd stadium zijn van afronding. Dan wordt er even gewezen naar
het dorpsplan maar misschien dat hiervan de wethouder ordening nog het één
en ander van kan zeggen wat de stand van zaken is. Wij hebben ook binnenkort
de behandeling van het meerjarigbeleidsplan aan de orde in deze raad
waarbij wij voornemens zijn dit jaar met een nogal uitgebreide notitie
meerjarenvisienaar u toe te komen op een aantal gedetailleerde
beleidsterreinen. Maar beleid is permanent in ontwikkeling en het is niet
zo, ook al zou een aandachtig luisteraar naar de diverse woordvoerders de
indruk krijgen alsof men helemaal niet op de hoogte is, maar in wezen
verkeren wij als college in precies dezelfde situatie, omdat wij U als het
ware maand voor maand hebben geïnformeerd omtrent zaken die bezig zijn. Zij
het dat wij als dagelijks bestuur in uw richting cle taak hebben omdat op
enig moment te verzamelen en U ook de handreikingte doen van dat wij nu
maatregelen moeten gaan nemen want anders lopen straks als
gemeenschappelijk bestuur vast. Dat is de status van het stuk. Wij
pretenderen dan ook niet daar direct een standpunt te verwoordenvan dat is
het en daar kan verder ook niet meer over gesproken worden. Wij hanteren het
als een uitgangspunt van overleg waar bij natuurlijk niet te ontkennen valt
dat waar ook uwerzijds naar verwezen is op het eind van de notitie, een
aantal zaken zijn waarvan wij ook binnen deze raad en dan met name waar het
gaat om het onderdeel volkshuisvesting nog als eens een keer duidelijk
hebben gemaakt dat we er niet meer mee uit de voeten kunnen. Er moet nu
gewoon een besluit genomen worden. Hoe dat ook uitpakt, daarvan hangt af wat
er verder kan gebeuren. We hebben het overleg in de richting van het
provincie opgestart vanuit de verschillende portefeuilles. We hebben met de
provincie nu de afspraak dat er een overleg zal zijn over een aantal
onderwerpen die samenhang met elkaar hebben. En ook niet los van elkaar
qezien kunnen worden. Wij hebben alleen maar de bedoeling gehad met aeze
notitie dat de raad de ondersteuning geeft om in de gedachtengang van deze
notitie met het aantippen van de onderdelen ons op pad te sturen. Dat wil
dus niet zeggen dat er een afgerond oordeel over zal komen maar dat we in
ieder geval moeten bepleiten om faciliteiten te krijgen om de zaken waar hij
op geduid heeft om die aan te kunnen.
Dhr. Vogels heeft nog gezegd om dan ook rekening te houden met de
uitbreiding van het politieapparaat. Hij denkt dat dat nu weer een specifiek
onderdeel is die gehoord is in de politiewet. De sterkte van de politie
wordt nl. gekoppeld aan het inwoneraantal. Op grond van zeer specifieke
omstandigheden kan bepleit worden om extra mankracht. Als hij o.a. verwijst
naar het gebeuren aan de grens met alles wat daaraan vast zit, dan kan hij
dhr. Vogels geruststellen want wij zijn al geruime tijd bezig om daar het
nodige voor beschikbaar te krijgen maar de pogingen tot nu toe zijn gestrand
op het beleid wat ten aanzien van de politie landelijk wordt geroerd. Hij
denkt toch dat men er in geslaagd is om in goed overleg met de groep Zundert