- 10 -
aanbesteding toch het uiteindelijke resultaat, binnen de limiet, moeten
komen. Hij vindt het verstandiger om een voorlopige konklusie te trekken.
De voorzitter meldt dat we aan het begin van een trajekt staan wat moet
leiden tot het oplossen van een aantal knelpunten, die tot doel zullen
moeten hebben om de kwaliteit van de dienstverlening vanuit dit huis in al
zijn facetten te verbeteren. Tegelijkertijd ook kijkend naar de toekomst en
rekening houdend met een nieuwe taakstelling die naar vele gemeenten in
toenemende mate wordt toegeschoven, maar die in het bijzonder ook voor de
gemeente Rijsbergen geldt. Er is een veranderings-proces in onze gemeente
gaande en dat noodzaakt dat het bestuur, evenals het ambtelijk apparaat kan
en moet beschikken over adequate hulpmiddelen. Daarvoor is ook nodig een
gebouw waar de "produktie" dienstverlening plaatsvindt. Hij zegt dan ook met
opzet: "we staan vanavond aan het begin We hebben nooit een eerder begin
gehad in het bestuurlijk besluitvormings-procesVandaar dat het college ook
wel wat moeite heeft als dhr. Godrie begint te stellen met zijn gelijk te
halen op basis van gegevens die ergens een jaar geleden hebben
rondgezworven. Er waren destijds meerdere plannen en ideeën die allemaal op
zich als voorstel eerbaar waren en die geen van allen een kans hebben gehad
om een bestuurlijke toets te krijgen. Het college heeft er dus moeite mee
als Dhr. Godrie zegt: "mijn plan", want er hebben meerdere mensen met
diverse plannen rondgelopen. Voorzitter herinnert de raadsleden er aan dat
in de raadsvergadering van juni het raadsvoorstel wat voorlag niet van tafel
is afgegaan, raaar dat het college het voorstel heeft gedaan dat
raadsvoorstel niet in behandeling te nemen. Hij denkt dat dit een wat
eerlijkere benadering is dan te zeggen, althans die indruk wordt uit uw
woorden toch gewekt, zie je wel wat we nu op tafel hebben liggen, daar heb
ik destijds al op gewezen.
Meerdere mensen hier aanwezig hebben gepoogd een bijdrage te leveren aan de
oplossing van het probleem wat al lang liep. Wij zijn nu een jaar verder.
Hij denkt dat het ook van eerlijkheid getuigt om te zeggen dat al degenen
die in het voorbereidingstrajekt betrokken zijn geweest en dat zijn op de
eerste plaats de fraktievoorzittersde hele raad, bij de laatste
begrotingsbehandeling hebben aangedrongen om dit probleem opnieuw aan te
pakken. Wij hebben u als college destijds toegezegd dat wij de draad zouden
oppakken daar waar we gestopt waren. Wij hebben opnieuw overwogen met de
fraktievoorzitters in de commissie Bestuurlijke Aangelegenheden en daar is
het pad uitgezet hoe we tot het moment zouden kunnen komen waarop we vandaag
staan. Dat betekent dat in het hele voorbereidingstrajekt de fraktie
voorzitters bij herhaling hun visie ten toon hebben kunnen spreiden en ook
hun inbreng hebben gehad met betrekking tot het pakket van eisen zoals dat
nu zeker in de richting van het bestuurlijke onderdeel is verwoord en nu op
tafel ligt. We hebben met elkaar afgesproken hoe we tot een nieuwe
inventarisatie zouden komen. Daar is toen een werkgroep voor geformeerd en
die heeft vervolgens rechtstreeks met u allen vorige maand een konfrontatie
gehad en gezegd: wij komen tot de konklusie dat dit mogelijkheden zijn om er
uit te komen, vertaald vanuit het pakkket van eisen, vertaald in vierkante
meters en vervolgens vertaald in financiën. Bij die gelegenheid heeft de
werkgroep u zeer uitvoerig en diepgaand geinformeerd inzake alle mogelijk
heden, welke kombinaties aan te bevelen waren en welke niet en dat houdt ook
in dat zoals het programma nu is verwoord in het raadsvoorstel dat dat een
unanniem advies was van alle raadsleden.
Dhr. v/d/Sande interrumpeert met de mededeling dat hij heeft gezegd de
stukken alleen te bestuderen en voor 1 juni met een reaktie erop zou komen
in positieve of negatieve zin. Die betreffende avond werd alleen gehouden
ter informatie en hij heeft destijds gezegd geen besluit te nemen. De brief
is gevolgd op 25 mei 1988 en helaas niet beantwoord en- meegenomen. Dit was
zijn bezwaar.