- 10 -
Dat impliceert dat men alleen maar zorg draagt vanuit management optiek, dat
al die deskundigheid wordt ingehuuurd die men op ad hoe basis ook nodig
heeft.
De raad gaat akkoord met het voorstel van burgemeester en wethouders.
11. VERDELINGSBESLUIT 1988 IN HET KADER VAN DB STADS- EN DORPSVERNIEUWING.
(BTJLAGÈ 41)
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten conform het
voorstel van burgemeester en wethouders.
12. AANVULLEND KREDIET VERBETERING ONTWATERING "GROTE MEREN" (BIJLAGE
42)
DhrSnepvangers vraagt of dit het laatste krediet is wat hiervoor
gevoteerd wordt, en in hoeverre is het geheel afgerond. Hij vraagt of het
verlopen is naar iedereen zijn wens.
Hij vraagt of het geld van deze laatste votering gebruikt wordt voor het
aftuinen. Hij vraagt of de pomp beveiligd wordt, daar op dit moment deze
levensgevaarlijk is voor kinderen.
Dhr. Utens zegt dat men hier geconfronteerd wordt met een extra
krediet van een voorstel wat nog al de nodige voeten in de aarde heeft
gehad
Hij kan begrip hebben voor het feit dat de weersomstandigheden een
negatieve rol spelen en overschrijding noodzakelijk maken. Waar hij echter
meer problemen mee heeft, is de betuining die reeds genoemd is, want dat
had men toch vooraf moeten overzien. Er is duidelijk gezegd dat men een
aannemer moet nemen die het werk kent. f 35000,00 daar blijft het bij.
Daarnaast vraagt hij zich ook af wat de inbreng van de eigen dienst is
geweest. Of dit ook vooraf te voorzien was? Want ook die inzet vindt hij
nergens terug. Ook hij deelt de vrees enigszins van dhr. Snepvangers of
het wel hier bij blijft als men straks het hele project bekijkt.
Dhr. Jochems zegt dat hij zich kan voorstellen dat deze vragen komen
alleen vindt hij ze niet terecht. Als de commissieleden de portefeuille
houder hadden gevolgd, dan had men dit werk beter voorbereid en dan had men
dit werk in ieder geval zo gedaan dat dit voorwerk nog niet aan de orde was
geweest. Dit zou in de begroting van 1989 op worden genomen en dat men het
dan in ieder geval goed zou doen.
Dit werk moest gebeuren. Men heeft een aannemer gevraagd om dat werk uit te
voeren. Die heeft dat werk opgegeven, datgene waarvan hij dacht dat moest
gebeuren in samenwerking met openbare werken. Die opdracht kreeg hij mee.
f 35000,00 want meer had men niet. De opdracht was verleend aan de aannemer.
Hij heeft tegen openbare werken gezegd om vanwege de weersomstandigheden
dit een tijdje uit te stellen maar de druk uit het achterland was zo sterk
van boer en tuinders dat het toen moest gebeuren. Bij de eerste
werkzaamheden die er toen plaatsvonden zag men precies wat er aan de hand
was in die ondergrond, en toen heeft men gezegd dat men eerst het water
moest laten wegpompen. Het bedrag is niet alleen voor de betuining. Men
had dit van tevoren kunnen zien maar op dat moment was het werk
noodzakelijk. Men kon het uitstellen tot op dit moment en dan had men
misschien de pompen niet nodig gehad, de betuining waarschijnlijk wel,