- 5 - het Woonwagenschap zijn. Zij las ergens over opheffing. Zij heeft ook iets gelezen over bundeling of over tijdelijk als zelfstandige regeling verder gaand. Zijn daar nadere mededelingen over te doen en heeft dat ook financiële consequenties? Dhr, van den Bemd zegt dat afgelopen maandag het algemeen bestuur van het Woonwagenschap in Teteringen bijeen is geweest. De ontwerp-begroting en ook de toekomstvisie zijn uitgebreid aan de orde geweest. Hij wil toch met goedvinding van de raad hier dieper op in gaan. Wij hebben als gemeenteraad van Rijsbergen in het kader van het vestigen van een eventueel woonwagenstandplaats in Rijsbergen, in juni 1980 lokaties aangewezen. Die lokaties die wij toen aangewezen hebben, daar is één iokatie uitgekomen nl. de Iokatie gelegen aan de Bredaseweg. Die Iokatie is door het Woonwagenschap en door de Provincie goedgekeurd. In het kader van de algemene opdracht die wij vanuit de provincie gehad hebben hadden wij eigenlijk al meer fasen moeten ondernemen. Op het moment hadden wij zelfs klaar moeten zijn met vaststelling van het bestemmingsplan. Dat is er in Rijsbergen niet van gekomen maar men heeft ons en ook andere gemeenten er op gewezen dat wij planologisch gezien die zaak toch in voorbereiding moeten brengen, los van eventueel vestiging van een woonwagencentrum in Rijsbergen. In het eerste plan 1980-1985 werd in Rijsbergen voorzien in drie woonwagens. In het tweede plan 1986-1990 van de provincie zijn er drie standplaatsen gebleven. Wij zijn met 17 andere gemeenten vertegenwoordigd in het Woonwagenschap, gemeenschappelijke regeling. Die moeten wij nakomen. De stappen die wij als raad moeten doen om bij die vaststelling van het bestemmingsplan te komen die wij alsnog te gaan hebben dat zijn de voorbereiding van een ontwerp-bestemmingsplanter visie legging en de vaststelling. Tot op heden heeft Rijsbergen er twee doorlopen. Deze week is er in het college naar aanleiding van de bestuursvergadering het besluit genomen dat in ieder geval in de desbetreffende commissie die zaak verder aan de orde gaat komen. Vandaar dat U dat nu al weet, zodat u zich daarop kunt voorbereiden. Op de vraag van mevrouw van den Bemd hoe het bestuur van het Woonwagenschap in de toekomst die zaak denkt af te ronden zegt hij dat in het kader van het spreidingsplan, 1-1-1988 eindelijk de datum was, dat die zaak rond moest zijn. U heeft gelezen dat met name in Breda, die dan toch in de tweede opgave een aanzienlijk aantal extra plaatsen moet in gaan vullen, dat daar ook problemen gerezen zijn. Probleem van de woonwagenbewoners staat niet los op het alleen bieden van huisvesting. Er is ook een stuk werkgelegenheid mee gemoeid. De woonwagenbewoners die heel vaak in de autohandel hun boterham verdienen, die moeten toch op de industrieterreinen ondergebracht worden. Vandaar dat ook Breda die zaak met enige vertraging aan het afhandelen is. Binnen het algemeen bestuur is deze week duidelijk naar voren gekomen dat de vertegenwoordigers van de aangesloten gemeenten kiezen voor een voortzetting van enkele jaren van dit verband en zo gauw er nieuwe ontwikkelingen zullen zijn zal het algemeen bestuur waarschijnlijk in het najaar van 1988 bij elkaar komen, maar de raden van de deelnemende gemeenten zullen zich straks over het afrondingsplan uit kunnen spreken. Mevrouw van den Bemd zegt dat de financiële consequenties haar niet helemaal duidelijk zijn. Zij vraagt of men er vooralsnog vanuit gaat dat we ook voor de komende jaren, waarin het bestuur in de huidige vorm verder gaat, ook dezelfde bedragen per inwoner gehanteerd gaan worden of althans iets in die richting? Of zit er iets meer aan te komen bij de vaststelling van het bestemmingsplan daarvoor en bij de verdere inrichting?

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1988 | | pagina 5