4 -
De voorzitter antwoordt dat dit de raadscommissies moeten zijn.
Hierna worden de notulen van 17 december 1987 vastgesteld.
2. INGEKOMEN STUKKEN.
Mevrouw van den Bemd merkt naar aanleiding van punt 4 op dat zij een
tegenstrijdigheid constateert in de brief van het directoraat generaal
verkeer. Er staat het grondgebied van uw gemeente valt binnen het gebied
waar een tracé mogelijk is". Die brief is van december en in november staat
dat omtrent de richtlijnen van het milieueffect "overigens valt het
grondgebied van de gemeente buiten het studiegebied". Haar vraag is nu wat
zij daar uit moet concluderen. En de opmerking die zij daaraan wil koppelen
is wanneer er nog meer punten omtrent de hogesnelheidsspoorlijn zich
richting gemeente Rijsbergen zouden begeven die van overwegend belang zijn
voor onze gemeente of men dan met spoed dit naar de commissie zou willen
door verwijzen.
De voorzitter antwoordt hierop dan men kan volstaan om dit stuk voor
kennisgeving aan te nemen. Het is een tussentijds belang. Voor het college
geldt in ieder geval dat de conclusie zoals die in het rapport is verwoord
dat we vooralsnog buiten het plangebied vallen. Dat we daar kennis van
hebben genomen en voor het overige overgaan tot de orde van de dag. Dat
houdt in dat om andere redenen er toch sprake zou zijn van een traject of
een tracé over ons grondgebied, dat we op dat moment wel degelijk weer in
het geweer zullen komen om ons op dat moment te beraden wat zich dan
voordoet. En dat betekent uiteraard dat de betreffende commissies in eerste
instantie daarover geïnformeerd zullen worden. Maar mede gelet op het belang
van die zaak en een aantal neveneffecten denkt hij, voordat wij de kans
zullen hebben U te rapporteren, U al geïnformeerd zult zijn. Dus hij denkt
gelet op het onderwerp, dat dat een goede zaak zou zijn.
Dhr. Godrie neemt aan dat er een indicatie ligt van hun waar zij het
tracé willen hebben. Hij vraagt of het zinnig is contact op te nemen voordat
die mensen de zaak op papier hebben staan, of pas wanneer het hele traject
klaar is gemaakt.
De voorzitter antwoordt dat het in dit geval gaat over de milieu-effect
rapportage en voor het overige is er nog niets aan de hand. Het gebied
waartoe de milieu-effectrapportage zich uitstrekt, is niet het grondgebied
van de gemeente Rijsbergen, derhalve trekken wij dus de conclusie dat wij er
niet in zitten.
De ingekomen stukken worden voor kennisgeving aangenomen.
3. VOORSTEL OM GEEN BEZWAAR IN TE BRENGEN TEGEN DE ONTWERP-BEGROTING VOOR
HET DIENSTJAAR 1988 VAN HET WOONWAGENSCHAP BREDA.
Mevrouw van den Bemd zegt dat we nu spreken over een bedrag f 1,32 per
inwoner. Zij zou toch graag willen weten wat de verdere toekomstplannen van