- 5 - Mevr. v.d. Bemd merkt op dat gezien het feit dat er in ordening de nodige diskussie gevoerd is omtrent het gegeven waar hoort de inhoud beoordeeld te worden, dit al aangeeft dat een aantal portefeuilles of onderdelen van portefeuilles elkaar tegenkomen of elkaar dreigen te overlappen. In de commissie ordening is inderdaad gesproken over het teruggeven aan welzijn en laat die bepalen wat in de inhoud mogelijk of niet mogelijk is. Het V.N.G. geeft ook eigenlijk ai aan op bladzijde 5 van hun schrijven, dat "de subsidiëring van woonkonsumentenorganisaties ook gekoppeld kan worden aan een algemene subsidieverordening, zoals b.v. enz." In verschillende gemeenten heeft men oplossingen gevonden. Daar waar bepaalde portefeuilles of onderdelen van portefeuilles elkaar overlappen, we nemen als voorbeeld een portefeuillehouder van welzijn die de portefeuillehouder van volkshuisvesting tegenkomt, kan een coördinerend wethouder van welzijn aangesteld worden en hij kan de zaken laten onderzoeken in zijn commissie. Zij denkt dat het voor de hand ligt om dit in Rijsbergen op dezelfde manier te gaan doen. Zij heeft er dus geen moeite mee als het dinsdag in de commissie welzijn behandeld wordt. Dan zullen we er met zijn allen wel uitkomen en dan zal het in de eerstvolgende raadsvergadering geen punt van diskussie meer zijn. Dhr. Godrie is verbaasd over het feit dat in de raadsagenda staat dat zij in de commissie ordening besloten hadden deze zaak terug te doen naar welzijn. Hij vindt ook dat deze zaak naar commissie welzijn moet wat hem betreft ook dinsdag. De voorzitter zet eerst even de zaak goed op een rij in de procedure. De commissies adviseren, zij besluiten niets. Aan de hand van de adviezen van de commissies doet het college al of niet een voorstel aan de raad. Er is in de commissie ordening voorzover hem bekend duidelijk gemaakt dat het hier niet gaat om een welzijnssubsidiemaar dat het gaat over een subsidieregeling die past binnen de volkshuisvesting. Dit is ook hetgeen door de betreffende organisaties zowel op landelijk als op provinciaal niveau wordt geadviseerd om het buiten de welzijnsplanning te houden. Reagerend op de opmerking van Mevr. v.d. Bemd die verwijst naar pagina 5 waar wordt gezegd:"het kan" dan ziet u dat dan ook dadelijk de koppeling wordt gemaakt naar een welzijnsplan. En een welzijnsplan hebben we nog steeds niet in Rijsbergen. Dit is ook de doorslaggevende reden geweest waarom het college, gehoord de diskussie in de commissie ordening, toch het voorstel nu aan u voorlegt en het college van mening blijft dat het buiten de welzijnssubsidieregeling moet blijven en dat het ook, gelet op de werkzaamheden die deze adviescommissies doen specifiek op het terrein van de ordening en de woningbouw, thuishoort in de portefeuille ordening/volkshuisvesting. Het college is het dan ook niet eens met uw mening dat het vorengaande in de welzijnsportefeuille thuishoort. Dat is ook de reden dat wij gemeend hebben, gehoord de diskussie, het stuk zo aan u voor te leggen. Het is wat vervelender en daar moet hij Dhr. Verpaalen gelijk in geven wanneer er vanuit is gegaan bij een voorstel om de subsidieregeling aan u voor te leggen konform het advies van de VNG dat verzuimd heeft het percentage in te vullen wat bij wijze van voorschot wordt betaald. Het is analoog aan de procedure die wij hier kennen in alle subsidieregelingen dat wij op basis van voorschot 80% op basis van de ingediende begroting willen uitbetalen, dus waar nu de puntjes nog staan daar zou hij u willen verzoeken daar 80% neer te zetten. Voor het overige handhaaft het college zijn voorstel en is zij van mening dat er geen aanleiding is om de zaak aan te houden en nog een keer te behandelen in de commissie welzijn om de door hem eerder genoemde redenen

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1988 | | pagina 47