- 2 -
Dhr. Verschueren merkt op dat het bezoeken van deze studiedag diverse
mensen extra verlofdagen kost en dat het toch belangrijk is dat de
raadsleden op de hoogte blijven aangaande milieuzaken, die een steeds
belangrijkere rol gaan spelen binnen het te voeren beleid.
De voorzitter is het helemaal eens met dhr. Verschueren maar er zijn
geen regels die daarin voorzien, tenzij het een kollektieve zaak zou
zijn, dan komt het iets anders te liggen. Voor individuele aktiviteiten
ter verrijking van kennis, hoewel dat zeer zeker zou worden
toegejuicht, is geen regeling.
Dhr. Vogels denkt dat het tijd wordt om die regeling eens te
bekijken. Hij kan zich voorstellen dat leden van het college wel eens
studiedagen bezoeken en hij zou het vreemd vinden als zij dat ook zelf
zouden moeten betalen.
De voorzitter had deze vraag wel verwacht en stelt dat de leden van
het college in tegenstelling tot de raadsleden geen onkostenvergoeding
kennen
Dhr. Vogels zegt als u weet hoeveel de raadsleden krijgen als
onkostenvergoeding dan kunt u zich voorstellen dat er weinig van te
studeren valt. Binnenkort hebben we echter commissievergadering
bestuurlijke aangelegenheden en we kunnen het daar beter in alle rust
bespreken.
De voorzitter zegt toe het daar aan de orde te stellen.
Dhr. Verschueren vraagt wanneer binnen bestuurlijke aangelegenheden
een besluit wordt genomen, en of dan alsnog met terugwerkende kracht
het bedrag gevoteerd kan worden.
De voorzitter denkt dat dit niet mogelijk is. Hij zal echter
bespreken in de commissie bestuurlijke aangelegenheden welke lijn
daarin gevolgd zou kunnen worden en laten we dan afwachten wat uit deze
discussie naar voren komt.
Hierna worden de ingekomen stukken voor kennisgeving aangenomen.
3. VOORSTEL OM GEEN BEZWAAR TE MAKEN TEGEN DE JAARREKENINGEN 1985 en
1986 VAN HET WOONWAGENSCHAP BREDA (Bijlage 24)
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten konform het
voorstel van burgemeester en wethouders.
4. VOORSTEL OM GEEN OP- OF AANMERKINGEN TE MAKEN INZAKE DE le WIJZIGING
VAN DE BEGROTING 1988 VAN HET WOONWAGENSCHAP BREDA (Bijlage 25)
Dhr. Utens merkt op dat we eerst een decentralisering van
woonwagenkampen of inrichtingen hadden. De volgende stap is nu dat we
plaatsen vrij gaan maken en de mensen een nieuwe verhuiskostenregeling
aanbieden bij verhuizing van woonwagen naar woning. Waar houdt het op
Dhr. v.d. Bemd antwoordt dat men in het verleden naar de grootste
centra in een aantal gemeenten ging. De gemeente Rijsbergen is
aangesloten bij het Woonwagenschap tesamen met 17 andere gemeenten.