- 25 - bedoeld wordt en daarbij wordt verwezen naar de bijlagen welke voor U ter inzage hebben gelegen m.b.t. materieel, personeel, dat dat ook wordt uitgevoerd. Op de opmerking van dhr. Godrie ten aanzien van het aantal is al uitvoerig weergegeven hoe één en ander zich heeft voltrokken en hoe één en ander tot stand is gekomen. Hij denkt dat hij daarmee kan volstaan. Ten aanzien van de opmerking van dhr. Godrie over artikel 34, wat er naar de smaak van dhr. Godrie aan toegevoegd zou moeten worden en wat betrekking heeft op het voorkeursrecht bij eventueel afstoten door W.V.C. en dat dan de gemeente zou moeten aankopen, zou hij met klem willen ontraden om dit op te nemen in de bestuursovereenkomst.Uit de gesprekken die de fractie voorzitters met de vertegenwoordigers van W.V.C. hebben gevoerd, is gebleken dat daarover valt te praten. Uit het kontakt wat hij deze week met W.V.C. daarover heeft gehad, kan daar, als de raad daar op staat, in volstaan worden middels een wederzijdse briefwisseling waarin één en ander verwoord wordt. Overigens heeft hij naar één van de omwonenden toe al vastgelegd dat dat onderwerp al ter sprake is geweest bij de onderhandelingen in de commissie bestuurlijke aangelegenheden en een afschrift van zijn brief waarin hij dat bevestigt ook gezonden naar het ministerie van W.V.C. Dus men is er al mee bekend, maar als men daar op staat dan kunnen we dat alsnog via een officiële brief namens de gemeente met W.V.C. uitwisselen. De bestemming ligt op dit moment vast. Als men garantie wil m.b.t. toekomstig gebruik dan denkt hij dat we ons nog eens moeten beraden bij het opnieuw beginnen aan herziening bijstelling van het buitengebied, wat niet dit jaar zal gebeuren maar toch op een redelijk overzichtelijke termijn, dat die fase weer wordt opgestart. Hij denkt dat we dan nog eens een keer kunnen kijken of daar de noodzaak aanwezig is om de bestemming al of niet aan te passen. Hij denkt dat voor dit moment volstaan kan worden met het gegeven dat het een goedgekeurd bestemmingsplan is. Als er behoefte is dan moeten we toch het hele traject in om dat te wijzigen. Dhr. Boot interrumpeert en verwijst naar artikel 34. Daarvan wordt gezegd door U dat dat eventueel via een brief nadien kan komen. Hij vraagt wat de bezwaren zijn van W.V.C. om dat er nu bij te regelen. De voorzitter antwoordt dat de omvang van het financiële risico dat de gemeente op voorhand loopt niet te overzien is. Het voorkeursrecht moet gewoon via een afzonderlijke briefwisseling vastgelegd worden. Dhr. Boot zegt dat hij duidelijk heeft weergegeven: "het voorkeursrecht" en niet het moeten kopen. De voorzitter antwoordt dat hij toch zou willen voorstellen dat de briefwisseling niet beperkt moet blijven tot een vrijblijvende voorkeur-vastlegging. Maar dat we ook proberen nader vast te leggen hoe we dat op dat moment bespreken. De fractievoorzitters weten wat voor gedachten daarover zijn ontvouwd. Hij denkt toch dat we op moeten passen om niet op voorhand zover te gaan dat wanneer men zegt dat men voorkeur wil, en er komt straks iemand die veel meer biedt dan wij in onderhandelingen zouden kunnen behappen, dat het dan nog aan onze vingers ontschiet. Als de intentie er is dan denkt hij dat het een goede zaak zou zijn om daar meer van vast te leggen dan op dit moment. Op dit moment ligt er niets van. Dat wij ons in

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1988 | | pagina 25