- 23 - worden. Hij stelt dan heel nadrukkelijk een onderdeel aan de orde dat zou ondergesneeuwd kunnen raken in de hoeveelheid van andere zaken. Hij legt de nadruk op de relatie tussen enerzijds de geschiktheid van het complex maar ook dat anderzijds het functioneren als zodanig is gebaseerd op twee onderdelen en dat is de letterlijke capaciteit van degenen die leiding zullen geven aan dat centrum en het kunnen beschikken over voldoende personeel. Verder moeten ook de randvoorwaarden die van buiten op het A.Z.C. inwerken dusdanig zijn dat daarmee voldoende garanties zijn aangegeven. Hij zegt dan ook dat er geen sprake moet zijn van een "open eind" omschrijving waarmee je alle kanten uit kunt. Hij wijst heel nadrukkelijk op het gestelde in artikel 28 met name op de huidige omschrijving, de tijd. Het is U bekend dat in beginsel hier sprake is voor een periode van 5 jaar. Alleen staat er bij en dat is ook gekoppeld aan de ontwikkelingen die zich landelijk voordoen m.b.t. het totale gebeuren van het opvangen van asielzoekers. Stel dat dat aanzienlijk zou teruglopen, dan zou de noodzaak van rijksopvangcentra niet meer noodzakelijk zijn, dan wil het ministerie ook die zaak binnen die vijf jaar doen beëindigen Laten we nu gewoon even met twee benen op de grond gaan staan en er van uit gaan dat die periode van vijf jaar in ieder geval zeker is. Als er dan sprake is van verlenging dan is het gebruikelijk, maar dat zal de heer Utens bekend zijn wanneer hij in het particuliere bedrijfsleven contracten afsluit, dat er dan ook sprake is van verlenging voor dezelfde termijn. Er hebben op bepaalde momenten bij de totstandkoming van de omschrijving van dit artikel een aantal overwegingen meegespeeld. Wat het college nadrukkelijk wil voorkomen is dat wij nu bij het opstarten van het A.Z.C. vanuit een sterke positie kunnen onderhandelen om een aantal randvoorwaarden geformuleerd te krijgen. Dat wij niet een contract zouden willen aangaan dat in die zin betekent voor bepaalde tijd, zodat je na vijf jaar opnieuw zou moeten gaan onderhandelen over randvoorbehoud. Wij vinden dat, gelet ook op ervaring uit andere situaties uit het verleden dat je zoiets met de Staat der Nederlanden niet moet aangaan, want dat betekent dat waar we nu al de grootst mogelijke problemen hebben met wat er straks al is genoemd de artikelen 16 en 17, dat deze opnieuw aan de orde zou moeten komen. Vandaar dat is gekozen voor een continuering. Dhr. Utens interrumpeert en zegt dat hij hierover een opmerking wil maken. Hij heeft gezegd de termijn, en als je een langere termijn wil dan moet je dat ook aangeven. Hij heeft niet gesproken over het opnieuw onderhandelen over randvoorwaarden, alleen hem is van verschillende zijden juridische informatie toegekomenwaar uit blijkt dat dit niet kan. Een overeenkomst gaat men aan voor een onbepaalde termijn of bepaalde termijn. Als men spreekt over een bepaalde termijn en je wilt die langer maken dan moet je ook aangeven hoeveel langer. Of dit nu 15 of 100 jaar is daar gaat het niet om, maar men moet het wel aangeven anders klopt het juridisch niet. De voorzitter zegt dat hij dan citeert onze eigen jurist want we hebben namelijk afgelopen maandag deze zaak ook met eigen jurist nog een keer doorgesproken. Met name hebben wij hem de vraag voorgelegd omdat dat geluid ook al tot ons gekomen was om het op een andere manier te doen. Hij heeft ons voorgehouden om deze omschrijving aan te houden omdat het maximale garantie zou bieden. En in tegenstelling tot wat wij aanvankelijk ook hadden overgenomen dat dat zou betekenen dat er een open eind situatie zou ontstaan. Hij heeft ons verzekerd dat gelet op de omschrijving die er nu staat dat het in overleg steeds gebeurd, dat dat voldoende is want het zou heel wat anders zijn als hier zou staan na overleg. Gelet op de

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1988 | | pagina 23