GEMEENTE RIJSBERGEN NOTULEN van de openbare vergadering van de raad der gemeente Rijsbergen op donderdag 21 januari 1988 des avonds om 20.00 uur in het gemeentehuis. AANWEZIG: dhr. J.C.M. van den Bemd, mevr. M.C. van den Bemd-Deckersdhr. G.M.M. Boot, dhr. H.J.V. Daemen, dhr. J. Godrie, dhr. C.A.J. Jochems, dhr. J.W.M. Snepvangers, dhr. P.G.H.N. Utens, dhr. L.C. Verpaalen (vanaf agendapunt 11) dhr. A.J.M. Verschueren, dhrC.W. Vogels AFWEZIG:niemand. DE VOORZITTER: Dhr. N.J.L. de Jaeger. DE SECRETARIS: Dhr. G.A.A.M. Kuijpers. Nadat de voorzitter de vergadering geopend heeft met gebed zou hij graag bij een aantal zaken even willen stilstaan. Over enkele maanden zijn we halverwege de zittingsperiode van deze raadsperiode. Een moment misschien waarop raadsfracties een tussenbalans zullen opmaken over datgene wat tot nu toe is bereikt, getoetst aan de verkiezingsprogramma's. Bij die gelegenheid zou hij in de overwegingen van U willen meegeven om te zoeken naar het antwoord op de vraag wat de zwaarte is van het raadswerk voor een raadslid in de gemeente Rijsbergen. Bovendien zouden de fracties en partijen zich moeten afvragen welke verplichtingen men aangaat tegenover de kiezer indien men zich op de kandidatenlijst laat plaatsen. Onze raad wordt helaas wederom geconfronteerd met het vertrek van één van onzer leden. Hoewel de redenen verschillend zijn, blijft het naar zijn mening toch een betreurenswaardige zaak omdat het altijd aanleiding is tot een stukje discontinuïteit. Het houdt ook ten nauwste verband met de twee vragen die hij bij een eventuele evaluatie in uw midden toch mee zou willen geven. We mogen gerust vaststellen dat het raadslidmaatschap ook in onze gemeente veel eist van de persoon. Dat heeft enerzijds betrekking op kennis en inzet maar anderzijds ook op de benodigde tijd voor studie en vergaderingen. Onze taak als gemeentebestuur is niet alleen zwaarder geworden maar ook gecompliceerder. Niet alleen de omvang van het werk in de raadzaal maar ook de toegenomen mondigheid van de burger vraagt onze aandacht. Op zich is dat een goede zaak, die toegenomen mondigheid, doch het drukt ons tegelijkertijd met de neus op het harde feit dat afwegingen van belangen nimmer kunnen leiden, helaas, tot tevredenheid van alle burgers. Misschien dat wij de komende tijd nog te maken zullen blijven krijgen met de nawerking van de ik maatschappij. En dat zal voorlopig ons parten blijven spelen. We dreigen als overheid op voorhand in de verkeerde hoek te zitten als getracht wordt duidelijk te maken waarom minder plezierige maatregelen op korte termijn noodzakelijk zijn voor een evenwichtig beleid op langere termijn. De constatering van een inwoneraantal op 1 januari 1988 van 5601 betekent meer dan het koele cijfer. Belangrijker is het antwoord op de vraag

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1988 | | pagina 1