- 16 -
worden ingericht waarvan er maximaal 140 in gebruik zullen kunnen worden
genomen.
De voorzitter interrumpeert en vraagt of dhr. Godrie de brief bedoelt
die het college heeft gehad als zijnde een afschrift van een brief die aan
de Meeren is gezonden.
Dhr. Godrie antwoordt de laatste brief. In artikel 4, sub 4 dient
gewijzigd te worden "aanvraag tot uitbreiding van het gebouw zal dan pas
geschieden nadat de overlegcommissie en de gemeenteraad hun goedkeuring
hebben gegeven. Echter niet voor 1 maart 1989." Artikel 34. Dit artikel dient
toegevoegd te worden. Bij een eventuele opheffing van dit centrum dient de
gemeente het voorkeursrecht te hebben van aankoop en eventueel een mede
bepalende stem voor latere bestemming van het komplex. Gezien de dramatiek
van deze materie en de mensen die de dupe zijn geworden van internationale
spanningen wil hij het hier bij laten. Hij ziet bovenstaand niet als een
betoog maar een opsomming van de concrete feiten.
De voorzitter zegt dat we vanavond een voorstel op onze tafel hebben
liggen wat naar alle waarschijnlijkheid voorlopig niet meer aan de orde zal
komen, gelet op de zwaarte en emotie die dit voorstel in onze Rijsbergse
gemeenschap heeft losgemaakt. Laat voorop in ieder geval staan dat naar mate
men zich betrokken voelt bij bepaalde zaken er altijd gevoelens, emoties
naar boven zullen komen. Naar mate dat men er meer aandacht aan besteed zal
dat mogelijk kunnen werken als een soort olievlek. Rijsbergen is niet de
eerste gemeente die met een mogelijke komst van een rijksopvangcentrum voor
asielzoekers wordt geconfronteerd. Een aantal gemeenten zijn ons voorgegaan.
Uit die ervaringen hebben zowel het college, de raad van Rijsbergen maar ook
inwoners kennis kunnen nemen, maar daar ook hun conclusies aan verbonden en
die ervaringen die via allerlei wegen naar ons toe zijn gekomen, hebben
natuurlijk ook hun invloed doen gelden op de reacties die in onze
gemeenschap hebben plaatsgevonden. Hij denkt dat we met respect voor al die
gevoelens, en of ze nu correct zijn of niet, daar één ding uit kunnen halen
en dat is dat in ons land een recht bestaat in de richting van de politiek
wat men noemt het recht van petitionnement. En of men dat nu vertaald in
de vorm van een gesprek met de volksvertegenwoordiger of vertaald d.m.v.
brieven die geschreven worden vanuit de bevolking naar de
volksvertegenwoordiger, of d.m.v. enquêtes die worden gehouden, het
verschijnsel als zodanig moet men respecteren. Wat men er vervolgens mee doet
is een andere zaak daar komt hij later in zijn betoog op terug. Hij denkt
dat we ook met twee benen op de grond moeten blijven staan en dat wil niet
zeggen dat we ergens over heen gaan lopen maar gewoon nuchter een aantal
zaken overwegen als bestuurders want daar zijn we per saldo voor
ingehuurd. We hebben te maken in onze gemeenschap met het verschijnsel van
de mogelijke vestiging van een A.Z.C. Wie komen daar? Asielzoekers. Hij
denkt dat we alvorens we de discussie verder gaan voeren ons heel goed
moeten realiseren waar we over praten. We praten over de asielzoeker, degene
die werkelijk op één of andere manier heeft moeten vluchten. Hij vond het
frappant dat in het kerstnummer van het nieuwsblad van Rijsbergen van 23
december 1987 onder de kop "en het licht kwam in de duisternis" geschreven
door Ad van Kuijck, daar heel treffend werd omschreven wat er achter de
asielzoekers is te zoeken. Hij citeert "in onze wereld zijn er tenminste
10 miljoen vluchtelingen. Mensen die hun land hebben moeten verlaten om hun
leven of vrijheid veilig te stellen. Van deze vluchtelingen bevindt 95% zich