Dhr. Vogels merkt op dat degenen die niet op de vergadering aanwezig waren
en ook geen verslag hebben ontvangen, bovengenoemde informatie niet hebben.
De voorzitter vraagt dhr. Vogels hem niet te interrumperen in de beantwoor
ding want het volgende wat hij wilde opmerken was dat het vervelende feit
zich voordoet dat twee verslagen van de commissie Financiën nog niet bij de
leden zijn. Er is ook vanuit het college al diverse malen bij de betreffende
ambtenaar op gewezen dat dit gewoon niet kan. U weet dat wij er altijd naar
streven om in de raadsvergadering de betreffende vergaderverslagen van de
commissies, die de grondslag zijn voor de verdere uitwerking van de
collegevoorstellen naar de raad, ook in de betreffende dossiers beschikbaar
te hebben. Dat is naar de mening van de voorzitter ook de reden dat er nu
sprake is van enige verwarring, als zou er door het college iets gebeurd
zijn wat niet oorbaar is.
Verder met betrekking tot de inhoudelijke kant van de zaak. Hetzelfde
voorstel zoals het nu voorligt is ook onderwerp geweest in de
commissie-vergadering, er is niets aan gewijzigd. Het enige wat in de
commisie-vergaderingen is opgemerkt heeft betrekking, maar dat is een niet
gestelde vraag, op de post onvoorzien, die begroot was op f. 7.000,
De soort van apparatuur heeft niets van doen met de aanwezige apparatuur
omdat we nl. gekozen hebben voor apparatuur die qua kostprijs aanzienlijk
lager is dan voor het merk dat reeds in huis staat, maar het gaat hier om
een zogenaamde 100% compatable machine. Het is dus gewoon een kwestie van
geld.
Om op de vraag van dhr. Daemen terug te komen. In de commissie-vergadering
is ook gezegd dat het niet een kwestie is van alleen inventariseren, want
die fase was inmiddels al opgestart. Inventariseren houdt in het op papier
zetten in segmenten van weggedeelten en rioleringstrajecten. Die gegevens
moeten ingevoerd worden om berekeningen te kunnen maken die uiteindelijk
moeten leiden tot de financiële vertaling.
Waarom is dat zo belangrijk In de commissie Financiën heeft de voorzitter
ook gezegd dat het college nu de komende jaren in staat zal zijn op zeer
exacte wijze aan te geven wat er aan gelden nodig zal zijn voor onderhoud
van de wegen en van de riolering, wat tot nu toe altijd is gebeurd op basis
van aannames.
Wij hebben deze apparatuur nodig gehad omdat, nu de software ter beschikking
is, wij ook ten aanzien van gebouwen, woningen in de mogelijkheid zullen
komen te verkeren, met betrekking tot het onderhoud, beter te kunnen
bekijken wat daar in de begrotingen voor gereserveerd moet worden.
Ook heeft hij dit in de commissie Financiën toegelicht en gezegd dat gelet
op dié voortgang, als we ook per 1 januari voor het weg- en rioolbeheer over
die informatie willen beschikken, we ook de verdere voorbereidingen zouden
doen. Op zich is dit geen nieuwe zaak want er zijn ook bij andere gelegen
heden aan de commissies mededelingen gedaan dat gelet op de urgentie van
bepaalde zaken wij, mits de commissie daar uiteraard mee akkoord ging, het
verdere traject zouden vervolgen.
Er is een bijkomende omstandigheid die dat extra noodzakelijk maakte omdat
de vergadering van de commissie in juni plaats vond. Als wij hadden moeten
wachten tot de vergadering van vandaag zouden er weer twee maanden verloren
zijn gegaan. Er heeft in diezelfde periode een onderhandeling plaatsgevonden
met de leverancier van deze apparatuur o.a. voor de ambtenaren en in die
onderhandelingen is ook gesproken over eventueel in hetzelfde pakket mee
nemen van apparatuur tegen dezelfde aanschafprijs, hetgeen ons aanzienlijk
zou schelen in de portemonnee.
De apparatuur is ook aangeschaft, hoewel we de rekening eerder hebben
ontvangen. De apparatuur is echter pas geplaatst na de commissie-vergadering.
Persoonlijk heeft hij erop toegezien dat dit niet eerder zou plaatsvinden
omdat anders, terecht overigens, ook al in de commissie-vergaderingen
opmerkingen gemaakt zouden kunnen worden (we kennen tenslotte onze leden van