m - 44 - heen kunnen, afbreuk wordt gedaan. Vandaar dat wij, in vergelijking met wat andere met ons vergelijkbare gemeenten op dit punt doen, dat bedrag eruit is gekomen van f 65,00 wat wij als aanvang zouden moeten hebben. Er komt een vraag op, zal de kijker of luisteraar zeggen van waar het verschil van f 36,00 blijft. Die f 36,00 denken wij te kunnen bijpassen uit de reserve van de afgelopen twee jaar, zodat we gelijkmatig naar dat tarief van f 101,00 in de komende jaren kunnen groeien. De mate waarin dat de komende jaren verhoogd moet worden, daar komt hij dadelijk op terug. Een tweede belangrijk gegeven is dat met betrekking tot de factor onderhoud, ook de ongelijkheid tussen de bebouwde kom en het buitengebied wordt weggenomen, en wel in die zin dat wij voorstellen het onderhoud van de riolering, en of dat nu vrij-verval of drukriolering is, te financieren vanuit de algemene dienst. Dan komt de vraag, dat degenen die op de drukriolering zijn aangesloten, de gebruikers, die betalen nu f 62,50 per jaar, wat gaat daarmee gebeuren. Hij heeft in de commissie gezegd dat we daarmee stoppen. Toen heeft hij te horen gekregen dat we dat niet eenzijdig konden opzeggen. Dat weten wij natuurlijk ook wel, maar heel formeel kan zijn antwoord daar het volgende op zijn. Wij zullen aan al die mensen vragen of zij nog bereid zijn die f 62,50 in de toekomst blijven betalen maar als zij eventueel willen dan hoeft dat niet meer. Dan gaat dus met twee-zijdige wilsovereenstemming het contract teniet. Hij stelt dat zo omdat dat nl. vanuit de raadsleden als bezwaar is tegengeworpen. Wij kunnen dat probleem op die manier ondervangen. Dat betekent dat de gebruikers die nu f 62,50 betalen dat niet meer zullen betalen. Dat betekent dat dat iemand zou kunnen zeggen van dat hij wel die f 62,50 blijft betalen zodat hij het andere niet hoeft te betalen. Dat is niet het geval. De heffing is een recht en deze f 62,50 die thans wordt betaald is niet in de plaats van, maar staat daar losvan. Er is een ander groot verschil, dat is dat waar nu die f 62,50 door de gebruikers wordt betaald, dat die heffing van feitelijk f 101,00 maar in de aanhef nu in de aanvang f 65,00, niet van de gebruikers maar van de eigenaren geheven wordt. Dat heeft zijn oorsprong gevonden in het feit dat wanneer naar voren wordt geschoven. Wij moeten matigen in onze tarieven en zeker de minstdraagkrachtigen ontzien, dan denken wij dat we met deze benadering daar in ieder geval een bijdrage aan zouden kunnen leveren. Hoewel hij gelijkertijd moet verwijzen naar het feit dat ook vanuit de rijksoverheid gewezen wordt dat de gemeente geen eigen inkomensbeleid zou kunnen voeren. Hij meent daarmee ook de noodzaak wel of niet voldoende te hebben aangetoond waarom we deze heffing moeten invoeren. Dan heeft dhr. Verpaalen o.a. als motivering voor het niet invoeren aangeroerd om de reserves aan te wenden en hij wijst dan met name naar de reserve zonder nadere bestemming van li miljoen vanuit het grondbedrijf in de rekening 1986 naar boven is gekomen. Hoe aantrekkelijk dat deze gedachten ook is, het college is toch van mening om de waarschuwende vinger hierbij op te steken en dat in deze fase nog niet te doen. En waarom niet, omdat hij zoeven al heeft gezegd dat wij nog een discussie met elkaar gaan voeren omtrent de reserves en voorzieningen en bestemmingsreserves, dat wij op dit moment daarop vooruitlopende een dergelijk besluit zouden moeten nemen. Het andere argument wat er nog bijkomt is, en dat zal een ieder in deze zaal gezeten bekend zijn, dat naast de zaken die opgesomd zijn in de begroting en de meerjarenraming er nog een aantal wensen op de plank liggen waarvoor ook financiële middelen gezocht moeten worden. Dat wat betreft de opmerking over het rioolrecht. Dhr. Boot heeft een opmerking gemaakt over de centrale antenne inrichting. Hij vraagt of dat in 1988 zijn beslag krijgt. Hij kan dhr. Boot wat dat

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1987 | | pagina 83