- 20 - 40 tot 60 jaar te praten in de zin van onderhoud van dergelijke systemen. Hij vindt het dan ook erg prematuur om nu al een voorschot te nemen op eventuele problematieken die over 40 tot 60 jaar ontstaan. Het is een vaststaand feit dat de systemen verouderen maar het is geen vaststaand feit dat de daarmee samenhangende kosten om de zaak bij de tijd te houden in dezelfde mate zich zullen ontwikkelen. Hij denkt dat er nieuwe Technologies zullen komen die er voor zullen zorgen dat onderhoud aan dergelijke systemen goedkoper zullen worden. Hij kan dit niet bewijzen maar hij acht het beslist gerechtvaardigd om die stelling hier te verkondigen. Dhr. Vogels interrumpeert en wijst dhr. Verpaalen er op dat men het heeft over vervanging en niet over het onderhoud en dat gezien de laatste uitkomsten van de conferentie dat Nederland en België vrij hoog scoren in het vervuilen, niet is aan te nemen dat deze problematiek goedkoper zal uitvallen dan nu het geval is. Vandaar dat hij zeker het standpunt van dhr. Verpaalen niet deel, dat het in de toekomst goedkoper zal worden. Hij denkt integendeel dat het met name de druk die op de totale gemeenschap komt te liggen, wat milieu-vraagstukken betreft alleen maar zwaarder zal worden en dus meer geld zal kosten. DhrVerpaalen zegt in het geheel van de financiële situatie 1988 in de begroting is al even gememoreerd dat wij beschikken over behoorlijke reserves. Wij hebben van de voorzitter van de raad al te horen gekregen dat wij begin 1988 ons zullen gaan buigen over een goed beleid t.a.v. reserve voorzieningen en fondsen. Hij denkt dat in dat kader men in eerste instantie een goed beleid moet ontwikkelingen alvorens ergens reserves en fondsen te kweken. In de rekening van 1986 hebben we het overschot toegevoegd aan de reseve of de voorziening onderhoud riolering. Hij denkt wanneer men een eventueel overschot van 1987, waarvan wij nog niet weten hoe groot dat wordt, dat dat een aanzienlijk afwijkend bedrag zou kunnen zijn van wat de afgelopen jaren gebruikelijk is geweest. Het zou ons inziens wenselijk zijn om dat overschot ook toe te voegen aan diezelfde reserve, want dat is op dit moment aktueel. Bovendien zou men, en dan neemt hij een voorschot op de discussie van het beleid t.a.v. van voorzieningen reserve fondsen, de winstuitkering uit het grondbedrijf dan nader bestemmen zoals die nu opgenomen is in de begroting 1988, ten bedrage van li miljoen waarop f 96000,00 rente wordt bijgeschreven ten laste van de begroting 1988, ons inziens kunnen en misschien gedeeltelijk moeten bestemmen voor onderhoud en vervanging om een volgende interruptie te voorkomen ten aanzien van de riolering in de komende jaren. Als we die bedragen bij elkaar tellen, een half miljoen ongeveer van 1986, ander half miljoen zonder nadere bestemming, plus bijna een ton rente bijschrijving op die reserves zonder nadere bestemming, dan zit hij al aan de twee miljoen. Wij hebben in het financiële overzicht t.a.v. het hele rioleringsproject berekend dat daar voor nodig zou zijn een bedrag van 8 miljoen. Hij is zojuist gekomen tot een optelsom van 2 miljoen waarvan hij dan niet wil zeggen dat we dat allemaal primair en direct moeten bestemmen daarvoor, maar er zou een groot gedeelte daarvoor aangewend kunnen worden. Als dat allemaal getalmatig en verhouding technisch en in de tijd uitgezet klopt, dan zou men daar al een kwart van die behoefte over dat generatie lang lopend project gedekt kunnen hebben. Daarom zegt onze fractie op dit moment, moet men eerst een goed beleid ontwikkelen t.a.v. reserve-voorziening en fondsen. Er zijn er een aantal waarvoor nog geen directe bestemming voor gecreëerd is. Wijs die toe, en vermijd daardoor een geforceerde en mogelijk in de toekomst blijkende belastingverhoging. Voordat men primair goed omschreven hebt wat men met de reserves enz. wil

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1987 | | pagina 59