De voorzitter antwoordt dat men, wetende dat alle commissies het er unaniem over eens waren, inderdaad vooruit heeft gelopen op 5 november dat dan het boek klaar zou zijn. De raad gaat akkoord met het voorstel van burgemeester en wethouders. 12. VOORSTEL TOT VOORLOPIG VASTSTELLEN VAN DE REKENINGEN VAN HET GRONDBEDRIJF, HET WONINGBEDRIJF EN VAN DE ALGEMENE DIENST OVER HET DIENSTJAAR 1986. (bijlage 242) Mevr, van den Bemd zegt dat de opmerking in de commissie ook al is gemaakt, maar zij zou het graag nog eens herhalen. Zij vraagt of de voorzitter in het vervolg eerst komt in de commissie waar de discussie op gang gebracht kan worden omtrent besteden van het batig saldo, en dat U niet met een vastomlijnd voorstel komt. Dhr. Verpaalen merkt op dat het in het verleden inderdaad een goede gewoonte was om vooruitlopend op vaststelling van het overschot, hetzij via een nota, of in ieder geval bericht aan de raad daarover van gedachten te wisselen. Wij hopen uiteraard dat dat in een volgende aangelegenheid wel gebeurt. Zijn fractie wil nog één opmerking daarover maken. In de rekening 1986 wordt opgevoerd reservering vanuit de winst van het grondbedrijf zonder nadere bestemming. Wij zouden er op aan willen dringen in de toekomst wanneer dit soort reserveringen ontstaan, om daar op het moment dat de besluitvorming plaats vindt, ook de bestemming nader aan te geven. Zonder nadere bestemming doet vermoeden alsof op elk gewenst moment over die bestemming zou kunnen worden beschikt. Hij denkt niet dat in dit geval dat de bedoeling is maar dat, en het lijkt hem zinnig om dat bij de begrotingsbehandeling van 1988 te doen, om die bestemming in te vullen. De voorzitter zegt dat het college, gelet op iedere gesprek in de commissies, die bestemming daar voorlopig aan heeft gegeven. Hij denkt niet dat het correct is om het college te verdenken dat zij de raad daarmee voor een voldongen feit hebben willen stellen. Hetgeen het college ook niet heeft ondervonden omdat wij tijdens de commissievergadering in het wederzijds overleg, daar ook zeer zinvolle opmerkingen hebben over gemaakt. Wat de opmerking van dhr. Verpaalen betreft, daarvan denkt de voorzitter dat het niet de bedoeling van dhr. Verpaalen is om te veronderstellen dat wanneer nu de formulering is gebruikt "reservering zonder nadere bestemming" dat daarmee de deur opengezet wordt om daar van alles en nog wat mee te gaan doen. Hij meent dat hij daarvan heeft aangegeven dat wij in de loop van 1988 met elkaar een fundamentele discussie moeten hebben over een aantal zaken die met name betrekking hebben op reserves. Wat wordt onder reserves verstaan? Wat behoren wij als gemeente Rijsbergen minimaal als reserve aan te houden. Welke zaken moeten we rangschikken onder voorzieningen. Want die behoren nl. niet tot de optelsom van de reserves. En in dat verband kan men ook zien dat deze reservering zonder nadere bestemming ook weliswaar vrij besteedbaar zou zijn, maar dat we dat al doen in overleg met de raad. En dat betekent dat wij over die bestemmingen nog nader met elkaar van gedachten zullen wisselen. Wij hebben alleen gemeend dat wij zichtbaar hebben gemaakt wat zichtbaar moet zijn om de raad inzicht te geven in het totale financiële gebeuren.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1987 | | pagina 46