- 3 - genoemd raadsvoorstel, het bepaalde in lid 4, sub 4, van de voorschriften omtrent terreinafscheidingen als volgt te wijzigen: de hoogte van de terreinafscheidingen mag afhankelijk van de verkeers technische toelaatbaarheid voor de aan de weg gelegen zijde van de bouwgrens en het verlengde daarvan, 1 mtr. tot max. 2 mtr. bedragen en daarachter max. 2 meter. Dit wijzigingsvoorstel is voldoende ondersteund en maakt derhalve deel uit van de beraadslagingen. DhrGodrie merkt op dat er een openbare vergadering is geweest waar hij aan dhr. Jochems en bureau B.R.O. heeft gevraagd wat de bedoeling was van die afscheiding en of dat daar iets aan veranderd kon worden. Het antwoord was dat afscheidingen zouden worden uitgevoerd met 1 mtr. metselwerk, anders zou er een te getto-achtig geheel ontstaan, en dat er geen bezwaren waren om daar houtopstanden op te bouwen tot 2 meter. In het plan kan hij hier echter niets van terug vinden. Dhr.Jochems stemt er mee in dat mevr. v.d. Bemd en dhr. Godrie vragen hebben gesteld over de afscheiding, maar hij heeft nog geen kennis genomen van het schrijven van Werknemersbelangen aan B W, dus hij komt hier nog nader op terug. Het voorstel van mevrvdBemd om een 30 km. regime in te voeren in het plan Hooiberg, is inderdaad in allerlei commissies en instanties niet besproken. Hij staat er niet afwijzend tegenover. Mevr.v.d. Bemd heeft zelf al aangegeven dat het eigenlijk niet mogelijk is om in verschillende straten van het plan Hooiberg harder dan 30 km per uur. te rijden. Overigens acht hij de mentaliteit van de bewoners zo hoog dat men niet boven de 30 km. zal komen. Hij stelt voor deze zaak voor te leggen aan de politie en bureau B.R.O. Het is niet goed om in het hele plan Hooiberg de 30 km. in te voeren. Wij hebben wel begrip voor uw vraag maar het college is er geen voorstander van om tijdens deze vergadering hierover al definitieve beslissingen te nemen Wat betreft de in te richten speelterreinen kan het college mededelen dat over één speelterrein, dat vlak in de buurt komt waar de bebouwing voor 60% a 70% gerealiseerd is, al gesproken is met Openbare Werken. Er zijn al offertes aangevraagd en het zal zo spoedig mogelijk afgewerkt worden. Dhr. Daemen vraagt wat de plannen zijn met het agrarisch gebied wat er ligt in het plan Hooiberg. Het college neemt aan dat hij hiermee bedoelt het gebied dat achter de stankcirkel ligt. Daarover kan geen zinnig mens iets zeggen. We kunnen dat gebied momenteel niet gebruiken voor bebouwing. De kwestie rond de stankcirkel moet eerst opgelost worden. Ook wat er in de toekomst mee gaat gebeuren is nog niet bekend. We zullen dan eerst in onderhandeling moeten gaan met het bedrijf dat de stank veroorzaakt. Vooralsnog blijft het een probleem, maar er is rekening mee gehouden in de opzet le fase, ook wat de riolering en de wegen betreft. De ontsluiting moet er toch komen. Ook moet de riolering er komen als we de 2e fase Hooiberg in gaan vullen. Wat dat betreft zijn de kosten niet voor niets. Mocht het ooit komen tot een overeenstemming met de betrokken persoon, dan komt dat in het batig saldo van plan Hooiberg tot uiting. De voorzitter stelt voor een schorsing in te lassen voor college-beraad over het ingediende amendement. Dhr. Jochems zou eerst graag antwoord willen geven op het wijzigings voorstel inzake het raadvoorstel nr. 3, dat Werknemersbelangen heeft ingediend. In eerste instantie heeft hij daar als portefeuillehouder niet zo heel veel moeite mee. Alleen wanneer een opbouw esthetisch niet verantwoord is, en dat is ontzettend belangrijk, zal hij aan een verzoek hiervoor niet meewerken. Hij verwijst in dit verband naar bladzijde 6, punt 6, waar precies in staat wat Werknemersbelangen bedoelt, nl."B W zijn bevoegd

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1987 | | pagina 3