- 8 -
zondermeer en alleen de druk van het feit dat er een aantal woningzoekenden
zijn. Zij denkt dat dat inderdaad beter geregeld kan worden in een expliciet
vastgesteld beleid. Maar als U zegt dat men er in een commissie op terug
wilt komen dan is zij daar graag toe bereid.
Dhr. Jochems antwoordt dat hij precies begrijpt wat mevrouw van den Bemd
bedoelt. Hij denkt dat het inderdaad beter is dat we daar in de commissie
R.O. eens op terugkomen.
De drie honderd personen van Hazeldonk waarover dhr. Boot heeft gesproken,
die zijn vastgesteld door B.R.O. B.R.O. is ook tot de conclusie gekomen dat
wanneer alle bedrijven gevestigd zijn, er ongeveer 1000 personen werkzaam
zijn op Hazeldonk. Alleen al bij het douane-personeel daar zijn 200 mensen
in dienst. Het getal van 300 is waarschijnlijk op dit moment wel 400. Dhr.
Boot merkt op dat vorig jaar hetzelfde aantal was. Wij hebben het nog steeds
bij 300 gehouden omdat we het ook niet zeker weten. Wanneer men alleen al
200 personen heeft aan douanen-personeel en naderhand zijn er nog meer
bedrijven bijgekomen, dan denkt hij dat er inderdaad wel meer dan 300
personen werken op dit moment.
De raad gaat akkoord met het voorstel van burgemeester en wethouders.
6. VOORSTEL TOT HET BENOEMEN TOT AMBTENAAR VAN DE BURGERLIJKE STAND VAN
DE HEREN J.C.M. VAN DEN BEMD EN C.A.J. JOCHEMS. (Bijlage 25).
Dhr. Godrie zegt dat hier twee wethouders worden aangewezen als ambtenaar
burgerlijke stand. Volgens zijn fractie is dit niet de ideale situatie,
omdat wij van mening zijn dat een ambtenaar niet politiek gebonden dient te
zijn. Daarom is zijn fractie tegen het voorstel.
Dhr. Verpaalen zegt dat dit voorstel een verdere strekking heeft dan het
op het eerste gezicht lijkt. De kern namelijk is dat het hier in de richting
gaat van het laten uitoefenen van ambtelijke taken door politieke
verantwoordelijken. Hij denkt dat dat een verhevenheid kan opleveren die
niet past bij het principe van functiescheiding en gescheiden
verantwoordelijkheidsgebieden. Alleen in uiterste noodzaak zou hij zich voor
kunnen stellen dat men zo iets zou doen, maar zijn inziens en dat blijkt
hier ook niet uit, is de noodzaak aangetoond. Het systeem van arbeidstijds
verkorting zegt weliswaar dat men gemiddeld over een aantal weken minder
uren dan 40 mag werken of moet werken, maar dat houdt niet dat dat per
definitie altijd op vrijdagmiddag of op zaterdag moet zijn. Zijn fractie is
van mening dat het beleid gericht moet zijn op de uitvoering van taken
leggen bij de daarvoor aangewezen functionarissen, en het uitoefenen van dit
soort activiteiten binnen het kader van de burgerlijke stand dient zijn
inziens strikt voorbehouden te blijven aan de ambtenaren en eventueel
burgemeester en secretarissen indien het om een bijzondere festiviteit c.q.
daar aanleiding toe is. Dan zou dat kunnen. Het begrip arbeidstijds
verkorting is voor zijn fractie in ieder geval geen argument in deze.
Gelet op de verweving van politieke verantwoordelijkheid en uitvoering van
ambtelijke taken, waar wij het niet mee eens zijn, is onze fractie tegen dit
voorstel