- 5 -
Dhr. Verschueren zegt dat de kop van het verhaal zegt om afwijzend te
beschikken. Als we naar het onderste gedeelte van het verhaal, op die zelfde
blz. kijken, dan wordt er gesproken over voorlopig geen subsidie
verstrekken. Hij vindt het jammer dat het woord voorlopig is gebruikt met
andere woorden het zou nl. de indruk kunnen wekken dat wanneer er eenmaal
een begrotingspost met betrekking tot beeldbepalende objecten is, dat er dan
wel subsidie wordt verstrekt. Hij zou graag zien dat het woord voorlopig
geschrapt wordt.
Dhr. Godriezeqt dat dit punt ook in de commissie welzijn 25 augustus
al ter sprake geweest is. Toen is er gesteld dat er geen lijst zou zijn van
gemeentelijke monumenten en voorrangsgebouwen enz. Hij dacht dat er
toenbeloofd was dat die voor 1 januari klaar zou zijn. Hij kan dit ook niet
terug vinden in de besluitenlijst van die vergadering. Wanneer dit niet zo
is vraagt hij zich af of we niet met z'n allen kunnen afspreken wanneer zo'n
lijst wel wordt aangelegd. Want dan hoeft er niemand de problemen meer voor
zich uit te schuiven. Zolang er geen lijst is dan kan men blijven zeggen dat
er geen lijst is. Als er een lijst is dan weet iemand waar hij aan toe is.
Dhr. Utens zegt dat hij het jammer vindt wanneer er mogelijkheden zijn
om de zaken waarvoor subsidie te verkrijgen valt, om die te laten liggen.
Voor het jaar 1987 was dit niet geregeld. Hopelijk kan het voor het jaar
1988 wel geregeld worden. Vandaar zijn vraag wanneer we de desbetreffende
verordening tegemoet kunnen zien. Want er zijn toch gelden mee gemoeid die
mogelijk ook van nut kunnen zijn bij het Rijsbergs gebeuren.
Dhrvan den Bemd zegt op het verzoek van dhr. Verschueren om de
tekst te wijzigen, dhr. Verschueren te verwijzen naar het raadsbesluit
wat door de raad genomen wordt. Daar ontbreekt in ieder geval het woord
voorlopig
Wat de opmerking van dhr. Godrie betreft daarvan zegt hij dat wij in de
commissievergadering van augustus de toezegging hebben gedaan dat ook de
gemeente Rijsbergen in navolging van andere gemeenten, zo snel mogelijk zou
komen met een gemeentelijke monumentenverordening. Hij kan alleen de
toezegging doen dat dat in het jaar 1988 gestalte gaat krijgen. Anderzijds,
en dat is ook verwoord in het raadsvoorstel, toen in 1987 het
verdeelbesluit is vastgesteld, toen hebben wij als raad geen gelden
gereserveerd voor gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden. Hij
denkt dat wij als raad de hand in eigen boezem moeten steken omdat wij ook
op dit moment eventueel die zaak niet tegemoet kunnen komen. In 1988 zal
gezien de werkwijze die zaak eerst in de commissie komen en daarna in de
raad.
Dhr. Utens zal op een dusdanig tijdstip plaatsvinden dat het voor 1988
eventueel mogelijk is om zo'n lijst te realiseren.
Dhr. Godrie zegt dat dat dus betekent dat nu is het 1987 over een
maand is het 1988, dat we die lijst dan nog niet hebben. Dus wanneer we daar
nog een eind mee aan de gang blijven dan is het 1989 en dan kunnen we weer
dezelfde vraag stellen. Het gaat er alleen om dat de mensen die verzoeken
indienen, dat ze wel of geen kans hebben, om daarvoor in aanmerking te
komen