- 9 -
behandeld, dat niet gedragen werd door de meerderheid van de raad maar dat
om de zaak niet op te houden toen dit compromis gesloten is. Hij denkt niet
dat het juist is om dan hier op bepaalde manier gebruik van te maken. Er
zijn opmerkingen gemaakt dat de agenda's een onderdeel zijn van de
voorlichting. Hij denkt dat het inderdaad juist is om dan mede in het licht
van de totale voorlichting het prijskaartje van de diverse onderdelen te
bepalen. Hij denkt dat het goed is om na de vergadering een datum te prikken
waarop dat dan moet plaatsvinden.
DhrDaemen zegt dat hij het verslag van de commissie bestuurlijke
aangelegenheden mist. Hij zit niet in de commissie bestuurlijke
aangelegenheden, maar het zou wel prettig zijn dat hij toch het verslag had
gekregen. Er wordt nl. geen verslag gestuurd naar de raadsleden die niet in
de commissie zitten.
De voorzitter antwoordt dat dit juist is en dat dit een besluit is van de
fractievoorzitters
Dhr. Daemen zegt dat wanneer zij maar half geïnformeerd worden datzij
dan eigenlijk geen goed besluit kunnen nemen.
Hierna schorst de voorzitter de vergadering.
Na de schorsing krijgt dhrUtens het woord.
Hij denkt dat het terecht is wanneer de voorzitter opmerkt dat het over een
bezinning van het totale functioneren gaat. Daar waar de voorzitter spreekt
over het wennen van de nieuwe werkwijze, dan denkt hij dat de termijn toch
ruim is wanneer men spreekt van ruim twee jaar. Dan denkt hij toch dat de
symptomen die gekenmerkt worden, en dat is in alle commissieverslagen
gedurende de evaluatieperiode gebleken, dat wij aan de steeds terugkerende
onderwerpen iets gaan doen. Hij heeft in oktober hier op gewezen. Hij heeft
toen de voorzitter zelf een termijn laten noemen en die is ook in het
commissieverslag verwoord, dat we tot concrete afspraken komen en dat we die
datum nu eens een keer hard maken, daar waar het gaat om die zaken die in
het afgelopen jaar ter sprake gekomen zijn. Nogmaals de eerste voorwaarde om
die bestuurlijke organisatie doelmatig te laten werken is inzet en onder
steuning van alle drie de onderdelen, de raadsleden het college en het
ambtenarenapparaat. Op die wijze ondersteunen wij ook de nota. Hij denkt ook
dat het niet om een afronding gaat, maar een tussentijdse rapportage waaraan
hij tevens wil verbinden, de bestrijding van de symptomen die nu bekend
zijn. Hij vreest toch, en hij heeft er decommissieverslagen van bestuurlijke
aangelegenheden nog eens op nagelezen, dat we op deze wijze over een jaar
nog niet veel verder zijn.
Dhr. Godrie komt even terug op hetgeen de voorzitter heeft geantwoord.
Ten eerste waren het van zijn kant geen verwijten. Het waren aandachts
punten. Het was om een voorbeeld te geven wat er zou kunnen gedaan worden om
toch die agenda's te kunnen verkrijgen. Anders moeten de raadsleden die zelf
gaan betalen en dat kunnen wij natuurlijk niet opbrengen. Vanaf 1 januari