- 7 - daadwerkelijke uitvoering hier voorgelegd wordt, juist moeten toetsen of datgene wat voorgelegd wordt ook past binnen de randvoorwaarden die U in het eerdere raadsbesluit van enkele maanden geleden hebt verwoord. Hij denkt dat we er naar toe moeten werken, maar nogmaals dat vraagt toch nog enige tijd dat wij in onze bestuurlijke aanpak naar die werkvorm inderdaad kunnen komen op alle onderdelen van het beleid. Het onderwerp betrokkenheid publiek wordt enerzijds vertaald de burger in zijn algemeenheid in Rijsbergen, de andere keren beluistert hij daar weer de achterban in. Hij wil toch wijzen naar datgene wat in de nota van januari 1986 is verwoord, dat hoe het proces van de voorlichting primair gericht moet zijn. Wij zitten hier in deze raad niet voor die achterban. Wij zitten als raad voor de totale Rijsbergse bevolking. Als wij praten over voorlichting, dan zal de voorlichting vanuit dit huis, vanuit deze vergadering ook op die totale Rijsbergse bevolking gericht moeten zijn. Dan praat men over een onderwerp waarvan we ook in de commissies en met name ook in de commissie bestuurlijke aangelegenheden, bij de totstandkoming van deze nota hebben vast moeten stellen dat wij intern, als we praten over voorlichting met alles wat er aan vastzit, niet over de know how beschikken. Hij heeft ook toegezegd en ook dat is in de begrotingsbehandelingen aan de orde geweest dat we op dat terrein op heel korte termijn tot uitsluitsel moeten komen, hoe we dat traject gaan invullen. Eën ding moet daarbij wel voorop staan en dat is ook de ervaring die op andere plaatsen is opgedaan, dat men niet kunt afdoen met van tijd tot tijd een verhaaltje droppen en maar kijken hoe dat dan vervolgens uitpakt. Gemeentelijke voorlichting zal gewoon moeten betekenen dat het op een professionele manier aangepast aan onze maatvoering, zal moeten worden ingevuld omdat nl. voorlichting gewoon vereist dat dat zorgvuldig gebeurt. Maar nogmaals, hoe, daar moeten wij op zeer korte termijn uitkomen want daarhangt inderdaad mee samen datgene wat door een aantal uwer is opgemerkt, wat gaat er gebeuren na één januari a.s. Hij merkt een denkfoutje op bij een aantal sprekers wanneer zij zeggen dat we dat volgende week in de commissies even gaan doen. Op een ander terrein wordt ons verweten dat wij zaken te laat aandragen voor commissie behandeling, dan kan men nu niet maken door te zeggen dat we dat volgende week even in de commissies gaan afdoen, want één van de zaken die bij onze werkwijze hoort is dat dat middels adequate stukken wordt aangeleverd. Hij misbruikt dat misschien om daarmee verzachtend toch wel kritische opmerkingen tot normale proporties terug te brengen als ons weer het verwijt helaas gemaakt wordt dat ook voor de komende commissievergadering stukken te laat zijn aangeleverd. Hij constateert met de raad dat feit maar hij stelt er vervolgens ook bij dat de tijdsdruk waaronder we op het ogenblik werken ook zijn sporen nalaat. Hij vindt toch terecht, hoewel hij ook z'n kritiek heeft over de zorgvuldigheid om in ieder geval alles op alles te zetten dat op de tijdsplanning die er gewoon is, want we hebben ook voor het jaar 1987 een tijdsplanning hier in huis opgesteld om te zorgen dat op bepaalde data stukken beschikbaar zijn. Hij stelt met de raad vast dat voor het jaar 1987 niet op alle momenten daarin geslaagd zijn en hij vindt ook dat daar ook de hoogst mogelijk prioriteit aangeleverd moet worden. Voor het jaar 1988 is inmiddels de planning ook bekend. Dat is ook middels de commissie bestuurlijke aangelegenheden doorbesprokenin relatie tot de tijdsruimte, om te komen tot de mogelijkheid om overleg in U organen van partijen te kunnen hebben. Hij kan niet anders stellen dat die tijdsruimte voor het jaar 1988 ook de bedoeling heeft dat de mensen in huis zich strikt aan gaan houden. Want men ziet aan de hand van dit tijdschema op welk moment stukken gewoon aangeleverd moeten worden. Over het schrappen van posten in de begroting dat we dat nu even uit het losse handje zouden doen, daarvan zegt hij dat dat natuurlijk niet kan omdat

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1987 | | pagina 108