zijnertijd daar ook de bedrijven zullen verrijzen. Met betrekking tot de vraagstelling over bemoeienis van de gemeente Rijsbergen bij de totstand koming van van de bedrijven op Hazeldonk, daarvan kan hij mededelen dat B.R.O uit Vught belast is met de acquisitie en de verkoop. In dat traject doen zich op verscheidende terreinen vragen voor bij aspirant-kopers. Vragen die veelal liggen op het terrein van de gemeente. In dat verband vindt er voortdurend overleg plaats met B.R.O. om te trachten om die problemen die er eventueel zijn, op te lossen of te beantwoorden. Dat kan liggen op verschillende zaken. Dat kan o.a. ook betrekking hebben op bemiddeling van huisvesting bij toekomstig personeel wat er komt te werken. Via maandelijkse rapportage is de gemeente daar bij betrokken. Dhr. Utens vraagt of het niet zo is dat er een bepaalde koppel-deal is van voorlichting vanuit de gemeente. De voorzitter antwoordt dat niet alleen voorlichting wordt gegeven maar ook ondersteuning. Het komt vaak voor dat gewestbesturen uit andere delen van Nederland naar Hazeldonk komen om daar kennis te nemen hoe de ontwikke ling daar is. In dat verband zijn er afspraken met het bureau dat wij als gemeente daar ook onze opwachting mee maken ter begroeting en eventuele vragen die in de richting van de gemeente gesteld worden van wat is uw bemoeienis op basis van deze formule, om daar ook inlichtingen over te geven, maar geen koppel-verkoop als men denkt aan een bedrijf dat zich vestigt en daar staat één of andere faciliteit tegenover. De gemeente probeert wel, zowel in het gewestelijk verband, als op provinciaal niveau, extra faciliteiten binnen te halen ten behoeve van bedrijven die zich daar gaan vestigen. Er is ook gesproken over het niet ten laste brengen van wooncontingenten voor bedrijven die zich daar vestigen maar dat wij van mening zijn dat daar extra contingenten voor beschikbaar komen. Dat is inmiddels al gedeeltelijk gelukt waar het douane-gebeuren betreft. DhrDaemen verwijst naar punt 7 van de ingekomen stukken "brochure van Provinciaal Welzijnsberaad voor ouderen". Hij vraagt of het mogelijk is dat de raad deze brochure kan verkrijgen. De voorzitter antwoordt dat daar voor gezorgd zal worden. Dhr. Utens verwijst ook naar punt 7. Het college wordt uitgenodigd tot het doen van een reactie. Hij vraagt of dit ook gebeurd is. Hij neemt aan dat dit ook in de commissie welzijn komt. De voorzitter zegt dat wanneer de heer Utens dit vraagt, dat we het overbrengen naar een andere rubriek. Dan wordt het niet voor kennisgeving aangenomen maar voor advisering naar de commissie welzijn toegestuurd. Hij vraagt of dat de bedoeling is? Dhr. Utens vraagt of het college voornemens is om te reageren?

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1987 | | pagina 92