6
Dhr. Verschueren heeft een vraag aangaande punt 4 van de
ingekomen stukken en mededelingen. Nu bij de ingekomen stukken
het beleidsplan 1987-1991 ter inzage lag, kunnen wij dan
aannemen dat Rijsbergen bij het Werkvoorzieningsschap West
Noord-Brabant, Roosendaal blijft, of dat Rijsbergen naar Breda
gaat.
De voorzitter zal antwoord geven op de vragen die gesteld
zijn over punt 2 van de ingekomen stukken en mededelingen, "de
controlerapporten 2e en 3e kwartaal 1986 van het
accountantskantoor van de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten. Het is inderdaad om te schrikken als men een
dergelijk rapport onder ogen krijgt terwijl men altijd de
opvatting verkeerde alsof alles volgende de regels van het
spel verliep. Hij kan echter de raad geruststellen. De
controle heeft plaatsgevonden op het moment dat de afdeling
bezig was om de jaarrekening 1985 af te sluiten en de
begroting 1987 op te stellen. Het zal velen bekend zijn dat
dat een periode is waarin de normale routinematige
werkzaamheden even terzijde worden geschoven en alle
beschikbare menskrachten worden ingezet om die twee zaken af
te werken. Bovendien speelde daar een rol bij dat de eerste
jaarrekening tot stand werd gebracht op basis van de nieuwe
richtlijnen. In dat hele proces in die weken heeft het
verificatiebureau conform haar opdracht en afspraken, haar
controle gehouden. Het is inderdaad zo dat het bureau dan
vaststelt wat zij dient vast te stellen overeenkomstig haar
richtlijnen. Daarmee haalt hij in zoverre de druk van de ketel
af dat de zaken, die opgesomd zijn, niet worden
gebagitaliseerd, maar dit rapport is aanleiding geweest om met
de afdeling daar nader over te spreken. Wij hebben gewoon
moeten vaststellen dat wat het verificatiebureau heeft
geconstateerd dat dat juist is. Hij meldt er bij dat dit wel
tegen een bepaalde achtergrond geplaatst moet worden. Dat
neemt niet weg dat los van die situatie er toch een aantal
elementen in het rapport zijn opgesomd die de voortdurende
aandacht blijven vragen. Er zijn opmerkingen gemaakt m.b.t.
tot de huurachterstanden. Die huurachterstanden zullen wel
degelijk in de gaten moeten worden gehouden waar die ontstaan,
en dan per geval bekijken hoe dat daar een oplossing voor moet
worden gevonden. Anderzijds zou ook een oplossing gevonden
kunnen worden door een wat stringentere hardere lijn te
volgen, hetgeen zou betekenen dat men op enig moment tot
invordering via bijvoorbeeld de deurwaarder moet overgaan en
zelfs in het zeer extreme geval tot nog verder gaande
maatregelen moet overgaan. Het college is van mening dat
zolang er gekeken kan worden naar de individuele gevallen en
de redenen en omstandigheden die achter die huurachterstanden
zitten, en er mogelijkheden zijn om met betrokkene regelingen
te maken, dat dat een lijn is die wij vooralsnog zouden willen
vasthouden. Want zelfs in het meest extreme geval komt het
vraagstuk van huisvesting toch weer aan de orde. Afgezien van
de emotionele zaken die daar om heen spelen, achten wij voor