u
- 4 -
5. VOORSTEL TOT ONGEGROND VERKLAREN VAN BEROEPSCHRIFT T.N.V. H. ROMMERS
TEGEN WEIGERING VAN BOUWVERGUNNING.
Dhr. Boot zegt dat de bouwergunning van een muur is geweigerd omdat in de
voorschriften van het bestemmingsplan staat dat de bouwhoogte 1 meter mag
bedragen. Op grond hiervan zou het ongegrond verklaard dienen te worden.
Toch willen wij hierbij een aantal punten naar voren brengen, nl. dat er in
ieder geval al twee muurtjes in plan Hooiberg staan, die er normaal
gesproken niet volgens de huidige voorschriften zouden moeten staan. Tevens
moet men begrip hebben voor alle inwoners van dit plan die behoefte hebben
aan privacy. Hij denkt toch met name aan vroegere bewoners van het
buitengebied die thans in dit plan wonen. Voor hen is de stap van
buitengebied naar bebouwde kom erg groot. Dat deze mensen het met kleine
percelen moeten doen, hetzij om financiële redenen, hetzij omdat de
bouwkavel niet groter is, dat kunnen zij ook niet helpen. Zij moeten er wel
dagelijks in wonen. Dat zal bij veel mensen om privacy vragen. Daarom wil
hij vriendelijk doch zeer dringend verzoeken het bestemmingsplan zodanig te
wijzigen, zodat bij de eerstvolgende wijziging van het bestemmingsplan
Hooiberg eerste of tweede fasede bepaling omtrent het oprichten van
erfafscheiding tot 2 meter hoogte op de perceelsscheiding toe wordt
gestaan.
Mevr. van den Bemd denkt dat het goed is om in dit geval rechtstreeks naar
de betrokkene toe, als deze ongegrondverklaring doorgaat, te berichten dat
hij het recht heeft om in beroep te gaan. Er is toch, zij het dan summier,
enigszins de verwachting gewekt dat na de wijziging van de bouwverordening
betrokkene wellicht zijn muur zou kunnen optrekken. Nadat zij de wijziging
door gelezen had, is zij tot de conclusie gekomen dat dat in ieder geval
niet het geval is. Zij denkt dat het goed is om betrokkene te berichten dat
hij niet zondermeer door kan gaan met zijn bouwerij, maar dat hij wel het
recht heeft om tegen de uitspraak van de raad in beroep te gaan.
Dhr. Jochems zegt dat dit uitvoerig besproken is in de commissie
Ruimtelijke Ordening. Ook uitvoerig is dit besproken in de commissie
bezwaarschriften. De problemen die dhr. Boot stelt kwamen daar niet aan de
orde. Nu komen deze wel aan de orde. Hij zou heel graag de suggesties, die
dhr. Boot heeft gedaan, staks wanneer men een bestemmingsplan eventueel wil
gaan wijzigen, meenemen. Op dit moment kan het niet. De bouwhoogte van de
erfafscheiding gelegen vóór een bebouwingsgrens mag ten minste 1 meter
bedragen. Achter een bebouwingsgrens mag minstens 2 meter bedragen.
Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde
maar op dit kan geen enkele vrijstelling verleend worden op dit moment. Bij
wijziging van het bestemmingsplan wil hij de suggestie in ieder geval graag
meenemen. Mevrouw van den Bemd zegt dat er enige verwachtingen gewekt zijn.
Wij hebben gezegd in de commissie beroep- en bezwaarschriften dat misschien
de nieuwe bouwverordening in het voordeel zou zijn van betrokkene. Dat is
echter niet het geval.
Mevr, van den Bemd interrumpeert zegt dat zij gezegd heeft dat betrokkene
bericht dient te krijgen dat hij in beroep kan gaan.