22 algemeenheid als ook bij de bevolking, van de macht en de positie die een gemeenteraadslid bekleedt, niet altijd even duidelijk is en overtuigend is. Hij moet helaas constateren dat hij in die mening wordt versterkt door de wat lagere opkomstpercentages van de verkiezingen. Hij vindt het een treurige geschiedenis, als blijkt dat steeds meer mensen geen gebruik maken van hun recht. Er wordt in deze maatschappij nogal veel gezegd over rechten, plichten worden daar vaak bij verzwegen. Hij vindt het betreurenswaardig dat de tendens merkbaar is. In de grote steden is de opkomst 54%. Hij vindt dat een zeer kwalijke zaak. Hij vindt het wel een signaal naar de politiek toe om zich te bezinnen op de manier waarop men bezig is. Wij zullen dat straks doen als men de bestuurlijke vorm gaat evalueren. In ieder geval blijkt dat de commissievergaderingen niet dat resultaat hebben wat belangstelling betreft, wat we beoogd hadden. Bewust zijn van het feit waar we mee bezig zijn, dat we in weze met zijn elven de hoogste instantie zijn in een plaats. Hoewel hij daar gelijk aan moet toevoegen dat men door de regelgeving van bovenaf toch ook meer beperkt is. Een ander probleem vindt hij de verschillen die er bestaan tussen de beroepsbestuurders en de hobbyisten. Hij vindt het eigenlijk jammer dat men moet constateren dat het combineren van een werkkring en wethoudersschap je het haast onmogelijk wordt gemaakt. Hij vindt dat een onderwaardering van de functie van wethouder. Daardoor vindt hij dat de overheid de taak van wethouder enigszins uitholt. Dat betreurt hij. Een ander punt is de zittingsduur. Men kan daarover verschillen hoelang deze moet zijn. Men kan zelfs de vraag stellen of het niet wettelijk geregeld moet worden, dat daar een maximum aan verbonden is. Wij zijn een grote staat in de wereld waarbij de president maar 8 jaar mag reageren. Soms is dat een geluk en soms is dat pech. Persoonlijk is hij van mening dat die zittingsduur in ieder geval niet te lang mag duren omdat ook een gemeente een lichaam is, en elk lichaam gebaat is bij vers bloed. Vandaar ook dat hij de langste tijd wel gehad heeft. Tot slot een woord van dank aan iedereen die hem de afgelopen periode heeft bijgestaan, geinspireerd heeft, gestuurd heeft, en geholpen heeft, om de taak die wij op onze schouders hebben genomen om die uit te voeren. Hij belooft dat hij de resterende tijd zich zal blijven inzetten voor het belang en in het belang van hopelijk onze eigenstandige gemeente. Hij dankt voor de attentie. Hij dankt ook het bestuur van het C.D.A. en Werknemersbelangen voor de attentie die hij heeft mogen ontvangen. DhrDaefen denkt steeds als men op deze stoel zit van doe wel en zie niet om. Soms moet men inderdaad licht brengen. Is het niet voor sportzaken, dan is het wel voor een andere plaats. Hij heeft het geluk gehad dat hij begonnen is met een erg goede voorganger. Hij heeft er veel van geleerd. Verder wil hij iedereen bedanken voor alle medewerking die hij gehad

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1987 | | pagina 72