16 verwarming sneuvelt bij de aanleg van die vloer, dat die op kosten van die aannemer herstelt wordt. DhrVerpaalen zegt dat hij in de commissie een opmerking heeft gemaakt naar aanleiding van de fatale datum 1 april 1985. Hij vindt wanneer een minister onverhoopt negatief op onze zaak mocht beslissen, dat het dan uiteraard het schoolbestuur vrij staat om alsnog die reparatie te doen uitvoeren. Hij heeft ook de indruk gekregen dat dit onderdeel een stuk is geweest van een aanzienlijk langere lijst van wensen van het schoolbestuur ten aanzien van bouwkundige zaken. Hij zou het erg op prijs stellen dat de inventarisatie, die daarvan kennelijk bestaat, ter beschikking wordt gesteld van de commissie welzijn en financiën, om gezamelijk te kunnen komen tot een plan van aanpak. Hij denkt dat het goed is om duidelijkheid te verschaffen ten aanzien van wat er allemaal nog op ons afkomt, en welke termijnen aan de verschillende onderdelen van dat totale programma zouden moeten worden gehangen om een behoorlijke financiële planning daarvan te kunnen maken. Dhr. Boot zegt dat hij het, wat de uitvoering betreft,eens is met dhr. Daemen dat tijdens het uitvoeringsproces de aannemer gecontroleerd moet worden. Verder zou hij graag zien dat men op één of andere manier een bepaalde garantie krijgt voor het geval dat het fout loopt. Het is destijds als een toegevoegd agendapunt in de commissie behandeld omdat er kennelijk haast bij was. Hij heeft daar geen bezwaar tegen omdat het een goede zaak was. Doch heeft hij een klein beetje moeite met het feit dat de offerte al binnengekomen is op 29 april 1986, en de brief van het schoolbestuur op 19 januari binnengekomen is. Er zit dus een heel gat tussen. Had dit niet eerder gekund? Dhr. van den Bemd zegt dat, gezien het agendapunt wil hij graag wil verwijzen naar de kop van het voorstel dat duidelijk vanavond op de agenda staat. De raad is op dit moment al met de uitvoering bezig. Die uitvoering komt op korte termijn, maar de raad dient vanavond hopelijk positief te beslissen over dit agendapunt. Wij zijn met het schoolbestuur al een tijd in overleg over bepaalde aangelegenheden. Er heeft op een gegeven moment een lijstje gelegen bij een commissievergadering van welzijn. Wij hebben daar een bepaalde urgentie aangegeven omdat wij elk jaar maar de beschikking hebben over een bepaald budget. Wij hopen dat budget niet hoeven te besteden als wij toestemming krijgen van de mini ster. Als de minister negatief beslist op het verzoek, dan zullen wij terugkomen om eventueel die urgentie om te gooien. De toestand van de vloeren in de school is inderdaad zorgwekkend.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1987 | | pagina 66