7 kleine gemeente voldoende kwaliteit en kwantiteit in huis hebben om dit uit te voeren. Het antwoord hierop is neen. Kwalitatief durft hij daar geen antwoord op te geven maar kwantitatief zeker niet. We krijgen hier in deze, een actieve ondersteuning, geheel kosteloos van het Hoogheemraadschap West-Brabant. Het Hoogheemraadschap heeft zeer deskundig personeel in huis waar wij altijd een beroep op kunnen doen. Dit alles niet alleen bedoeld om verbaliserend op te treden, maar om gezamelijk in goed overleg met vervuiler en overheid tot een bevredigend resultaat te komen voor beide partijen. De voorlichting naar inwoners omtrent deze verordening, vinden wij dan ook een heel voornaam punt. Het college is van mening dat via de plaatselijk bladen de hoofdpunten duidelijk uiteen wordt gezet in een schrijven wat op korte termijn zal gebeuren Wanneer er een onderzoek plaatsvindt is dit in eerste instantie voor ons als gemeente. Mocht de betrokkene worden bekeurd, dan geldt ook hier de stelregel, de vervuiler betaalt Het college van B&W is bevoegd, zoals men in de nieuwe verordening kan lezen, om zodanig nadere regels vast te stellen, met name denken wij hier aan een meldingsplicht door lozers wanneer de norm wordt overschreden. Zo staan ook in de verordening termen en waarden die ogenschijnlijk niet reëel overkomen, met name het afvalwater wat geen hogere temperatuur mag hebben dan 30°C. Hetgeen hier gesteld is onder punt L, geldt alleen voor de bedrijfsmatige koelwaterlozingen als dit in grote hoeveelheden gebeurt. De verordening zal op haar onderdelen met souplesse worden gehanteerd. Daar waar nodig is, zal deze streng worden uigevoerd. Er is ons inmiddels zoveel ervaring van onze buurgemeente ter hande gekomen, dat we zuinig moeten zijn op ons rioolstelsel. Het voorbeeld van gemeenten hier uit de buurt is, dat een bedrijf lozingen verrichtte met een ph van 2 i waarbij het stelsel volledig werd opgelost en er een schade ontstond van f 150.000,00. Men kent zeer waarschijnlijk het voorbeeld uit Oost-Brabant, waarbij een tiental schapen totaal van binnen zijn verbrand door het drinken van water uit een overstortput waarbij de ph boven de 10 was geconstateerd. Ook hier vindt U in de verordening een bepaalde souplesse waarbij al of niet vastgepind is op een ph van 6$, maar deze heeft een uitloop van 6i tot 10, en niet onder de 6}. De verordening is een lijvig geheel, maar hij er stellig van overtuigd, mist het goed wordt uitgevoerd, dat we hier onze financiële voordelen voor ons milieu uit zullen halen. Wanneer men enige pompputten van de drukriool van de eerste en tweede fase eens goed gaat bekijken, dan ziet men pas hoe onderhouds gevoelig dit alles is, en zeker geen stoffen kunnen gebruiken die hier niet thuis horen. Ook het rioolstelsel binnen de kom kan dit niet gebruiken. Meestal is dit verouderd materiaal, maar wat nog best enkele jaren goed kan functioneren. Als we het echter niet zo nauw nemen wat we lozen, dan gaat het heel gauw fout. Hij doet dan ook van zijn plaats een beroep op de ■d 1 51 Bi Ï6

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1987 | | pagina 57