11
kan zich voorstellen dat de inkomsten uit alles wat met de
legesverordening samenhangt, voor een groot deel voorkomt uit
het afgeven van vergunningen en mogelijk het verstrekken van
kopieën en andere soort informatie. Hij wil absoluut een beter
inzicht hebben in de procentuele verdeling van de stijging.
Dan hebben we tenminste een goed idee waarover we praten en
alleen dan vindt hij dat men een goed gefundeerd besluit
neemt. Dan blijft overeind dat de ingangsdatum nog steeds
variabel is, en die kan dus liggen medio dit jaar ongeveer en
in een aantal gevallen 1-1-1988. Dat betekent dat de schatting
steeds ruwer wordt. We zullen dan moeten uitzoeken wat er
inderdaad nog loopt het hele jaar 1987 en wat voor druk het
legt op het tweede half jaar als die ongeveer half 1987
goedgekeurd wordt en ingevoerd kan worden. Dat zal voor een
groot deel bepalen de opbrengstenstijging in 1987. Dat zou
dus, als het medio 1987 ingevoerd wordt maximaal ongeveer
moeten zijn, als tenminste het gewone gemiddelde aardig goed
ligt
DhrVerschueren vraagt wanneer de besluitenlijst van de
commissie bestuurlijke aangelegenheden ter inzage heeft
gelegen.
De_ voo_r_zj.jtte r zegt op de vraag van dhr. Verschueren dat de
leden van de commissie bestuurlijke aangelegenheden direct na
gereedkoming de stukken hebben gehad. Hij heeft zojuist
begrepen dat de overige leden van de raad die besluitenlijst
gisteren hebben gehad.
Hij mag aannemen dat de samenwerking in de frakties van dien
aard is dat men elkaar informaties uitwisselt van zaken die in
de verschillende commissies aan de orde komen. Hij krijgt een
beetje de indruk, ook bij de behandeling van dit onderwerp,
alsof we met nieuwe zaken geconfronteerd worden. Hij vindt
toch dat we dat even overeind moeten houden. Elk lid van de
raad staat het vrij datgene te vragen waaraan men behoefte
heeft. Wij hebben gekozen voor de commissiebehandeling om een
aantal zeer gedetailleerde zaken daar door te spreken en voor
zover men daar geen lid van is dat het betreffende fraktie-lid
zijn mede-leden daarover wel informeert.
Ten aanzien van nog twee gemaakte opmerkingen het volgende:
over de hinderwet om die te behandelen door derden, daarvan
zegt hij dat hij misschien in eerste instantie niet duidelijk
heeft aangegeven van wat het betekent als de procedures
omvattender worden, dan is dat enerzijds te wijten aan het
feit dat de aanvrager in toenemende mate informatie moet aan
dragen op grond waarvan vervolgens de procedure voor de
afgifte gaat lopen, en dat anderzijds het gemeentelijk
apparaat met gebruikmaking van eigen mogelijkheden of met
gebruikmaking van derden steeds meer specialistische
onderdelen moet gaan beoordelen. Waar wij in wezen voorstaan
is, dat getracht wordt dat de aanvrager zo compleet mogelijk
de basisinformatie aanlevert. Dat kan nl. tot gevolg hebben