8 Dhr. Verschueren merkt op dat er geen besluitenlijst bestuurlijke aangelegenheden bij de ter inzage liggende stukken lag. Een onderdeel van de verordening zou nl. naar aanleiding van een advies van de commissie financiën, verder behandeld worden in de commissie bestuurlijke aangelegenheden. Hij vraagt of er een reden is waarom deze besluitenlijst niet ter inzage heeft gelegen? De voorzitter zal proberen op de gemaakte opmerkingen in te gaan. Het zijn een aantal opmerkingen die een herhaling zijn van de discussie die we in de commissie financiën en in bestuurlijke aangelegenheden reeds hebben gehad. Hij zal toch proberen samen te vatten wat nu de achterliggende reden is waarom wij met dit voorstel zijn gekomen. Hij heeft al gezegd dat men één van de redenen al heeft kunnen terugvinden in de meerjarenraming, waar met name voor 1988 en de komende jaren, al gesproken wordt over een krapte waarvoor maatregelen, dekkingsmiddelen voor gevonden moeten worden. Anderzijds is het zo dat wij, als gemeente Rijsbergen een aantal jaren onze tarieven niet hebben verhoogd, op grond van een aantal overwegingen die met name gelegen waren in het feit dat vanuit de Rijksoverheid een lasten-verzwaring werd opgelegd aan de burgers, tevens gekoppeld aan een verschuiving van lasten van het rijk naar de gemeente en de gemeente Rijsbergen die lastenverzwaring niet heeft doorberekend aan haar burgers. Daarmee hebben we kans gezien om in een aantal moeilijke jaren de lastenverzwaring niet extra onaangenaam te doen zijn voor onze Rijsbergse burgers. We moeten natuurlijk wel beseffen dat zo'n operatie op enig moment wel vraagt om bijsturing. Het college is van oordeel dat we nu die bijsturing moesten doen om de continuiteit ook in de komende jaren, ten aanzien van een aantal voornemens, te kunnen handhaven. Men heeft ook in de toelichting van het voorstel kunnen lezen hoe wij vervolgens die zaak hebben benaderd, waarbij twee elementen een rol spelen nl. dat het profijtbeginsel meer basis zou moeten zijn van de prijsstelling, en dat we daar bij, kijkende naar de bestaande verordening, tot de conclusie komen dat op een aantal onderdelen er sprake kan zijn van verlaging maar op een aantal onderdelen is er sprake van verhoging. Verhoging is niet alleen een kwestie van de zaak sluitend proberen te krijgen. Dhr. Boot heeft met name verwezen naar het gegeven dat in het kader van de hinderwetsvergunningen er sprake is van nog al wat verhogingen. Hij denkt dat dat in de praktijk erg meevalt als men dat ook afzet tegen de gewijzigde situatie die in het kader van de afgifte van hinderwetsvergunningen de laatste tijd heeft plaatgevonden. Dat de procedures om tot afgifte van een hinderwetsvergunning te komen ook aan nog al wat wijzigingen onderhevig zijn geweest, en dat in toenemende mate daar werkzaamheden mee gemoeid zijn die of in eigen huis moeten worden uitgevoerd, of waarbij we in toenemende mate, ook gelet op de complexiteit van de vergunningaanvraag, een beroep moeten doen op derden van buiten. Hij wil op dat

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1987 | | pagina 26