5
er verwarring kan ontstaan vanwege het feit dat de gunstdagen,
zij weet niet hoeveel jaren deze al gegeven zijn voor een
bepaald doel, dat die omgezet worden in brugdagen. Dat zou in
de praktijk in kunnen houden, dat het doel waarvoor zij
destijds aangewend zijn, niet meer aanwezig is en dat ze
daaromtrent geheel afgeschaft zouden kunnen worden. Wat u
stelt omtrent de vrije middagen, tijdens een dag waarop er
A.T.V. gegeven wordt, dan zegt zij dat dat niet helemaal het
doel van de A.T.V. is. Het doel van de A.T.V. is om nieuwe
banen te scheppen, maar niet wanneer er A.T.V. is om er dan
een halve dag bij te geven zodat het dan inmiddels een brugdag
is. Zij denkt dat men dan niet helemaal juist bezig is. Zij
kan zich voorstellen dat er toch in bepaalde omliggende
gemeenten bepaalde gebruiken gehanteerd worden waar ook
brugdagen of gunstdagen gelden. Zij heeft daar met de
gemeentesecretaris al een gesprek over gehad. Zij hoopt dat
zij hierover wat gegevens krijgt. Zij denkt dat het goed is om
dan in één van de volgende vergaderingen van het georganiseerd
overleg er nog eens op terug te komen, zodat wij gezamelijk
met een aantal gemeenten tot een uniforme regeling kunnen
komen, zodat de pijn die er bij de ambtenaren is in ieder
geval wat weggenomen kan worden.
De_voorzitter denkt dat wij niet helemaal correct omspringen
met de feiten. Hij wil er op wijzen dat, waar er in het
verleden jaarlijks sprake was van extra dagen, dat die
telkenjare opnieuw werden vastgesteld. Het is geen
automatisme. Op enig moment moet men opnieuw bezien of de
oorspronkelijke opzet op de dag van vandaag nog opgaat. Het
betekent gewoon dat men per persoon rekent over 4 dagen per
jaar maal het aantal personeelsleden dat we in dienst hebben,
en dan moet men maar eens na gaan wat dat betekent op de
totale personeelsformatie. Als men die konsekwentie wil
aanvaarden dan zal het college de laatste zijn om zich niet
gevoelig te doen laten blijken voor datgene wat U opmerkt. Een
tweede gegeven is, en daar wil het college ook voor
waarschuwen, dat U niet in het ene geval een pleidooi kunt
houden voor een stuk uniformiteit in relatie tot de
randgemeente, ten aanzien van dit onderhavige geval, en
vervolgens als het in een andere situatie niet uitkomt dan
weer te pleiten voor een eigenstandig beleid. Hij denkt dat
men daar heel voorzichtig mee moet omspringen. Het staat het
college bepaalt niet voor om daar waar de mogelijkheid zich
voordoet, zeker tegen de achtergrond van hetgeen zich de
laatste jaren in de vakbond heeft voorgedaan, om de
rechtspositie extra te benadelen waar dat ons inziens beslist
niet noodzakelijk is. Hij denkt dat wij voor de inhoudelijke
discussie dan daar misschien nog eens op terug kunnen komen in
de commissievergadering. Voor de afdoening van deze brief zou
het college toch willen voorstellen om die af te doen conform
het voorstel zoals die nu is voorgelegd. We zien nl. geen
aanleiding om de zaak, die nl. al tweemaal onderwerp van
discussie is geweest, en waar de adviezen over zijn